ECLI:NL:RBAMS:2024:2923

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
C/13/747990 / HA ZA 24-258
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.C.J. Hamming
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een geldsom en proceskostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.A.A. van Oosterhout, en gedaagde, de besloten vennootschap BOXX OPSLAGVERHUUR ALMERE OMROEPWEG B.V., die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gevorderde door eiser niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de vordering toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 25.000,00 aan eiser, vermeerderd met achterstallige rente en buitengerechtelijke kosten van € 1.025,00. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.428,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Indien gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet, komen er extra kosten bij voor betekening van het vonnis. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen, indien deze niet tijdig worden voldaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/747990 / HA ZA 24-258
Vonnis van 17 april 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat mr. M.M.A.A. van Oosterhout te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOXX OPSLAGVERHUUR ALMERE OMROEPWEG B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties,
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 139,42
- griffierecht 1.325,00
- salaris advocaat 786,00 (1,0 punt × tarief € 786,00)
- nakosten
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.428,42
2.3.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen een bedrag van € 25.000,00, vermeerderd met de inmiddels vervallen achterstallige rente over dit bedrag een bedrag van € 625,00, alsmede iedere nader te vervallen rentevergoeding of gedeelte daarvan vanaf april 2024 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen de buitengerechtelijke kosten van
€ 1.025,00,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 2.428,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.J. Hamming en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024. [1]

Voetnoten

1.type: AAK