Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam
Inleiding
12 juli 2023 (hierna: de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar het bezwaar grond verklaard en de WOZ-waarde gewijzigd vastgesteld op € 842.000,-.
Overwegingen
€ 765.000,- opnieuw is onderbouwd. Dit rapport bevat één ander vergelijkingsobject dan in het eerder opgestelde taxatierapport. [adres 3] (verkoop 2) is vervangen door [adres 5] . De heffingsambtenaar heeft toegelicht dat de woning van eiser € 709,- per vierkante meter lager is gewaardeerd dan het gemiddelde van de m²-prijzen van de referentieobjecten. Dit leidt in absolute zin tot een bedrag van € 112.731,-. De WOZ-waarde is volgens de heffingsambtenaar daarom op het juiste niveau vastgesteld.
€ 3.135,-. Er bestaat dus een marge van € 709,- per m² om de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten te compenseren. Deze marge acht de rechtbank voldoende. Dit geldt ook voor een eventueel waardedrukkend effect van de vervuilde grond en het rioolgemaal, waarvan overigens door eiser niet met stukken is onderbouwd dat dit daadwerkelijk een waardedrukkend effect heeft en tot welk bedrag. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de heffingsambtenaar aannemelijk gemaakt dat hij de WOZ-waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld.
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- stelt de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres 1] voor het jaar 2023 vast op € 765.000,-;
- bepaalt dat de aanslag onroerende zaakbelasting overeenkomstig deze waarde wordt verminderd;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- aan eiser vergoedt.
mr.M.M. Mazurel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2024.