In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2024, zaaknummer AMS 23/688, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering ongegrond verklaard. Eiseres, geboren in 2002, had een aanvraag ingediend op 24 mei 2022, maar deze werd afgewezen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op basis van een rapport van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op dit moment geen arbeidsvermogen heeft, maar dat er in de toekomst mogelijk nog wel kansen zijn op ontwikkeling van arbeidsvermogen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die stelde dat haar Wlz-indicatie automatisch zou leiden tot een duurzaam verlies van arbeidsmogelijkheden, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van een Wlz-indicatie niet automatisch betekent dat er geen arbeidsmogelijkheden zijn. De rechtbank concludeert dat verweerder het juiste toetsingskader heeft gehanteerd en dat de afwijzing van de Wajong-aanvraag terecht was. Eiseres krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.