Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
hij staat een stapje hoger dan ons.”En op 17 september 2022 heeft verdachte bij de politie verklaard:
“Eén van mijn vrienden heeft dan een bericht gestuurd naar de opdrachtgevers dat we niet konden overgaan tot de uitvoering omdat er politie aanwezig was. De opdrachtgevers zeiden dan dat er geen weg terug was.”Het geld dat werd ontvangen voor een opdracht werd onderling verdeeld. Uit een chatgesprek tussen verdachte en [medeverdachte 3] op 21 augustus 2022 om 20.16 uur (de avond na het beschieten van de woning onder feit 4 in zaak A) volgt dat er wordt gesproken over “
360 voor mij en 240 voor [naam 14]“, verdachte spreekt over “
die van morgen is 15b(de rechtbank begrijpt 15 barkie, € 1.500,-)
ook be(de rechtbank begrijpt België)”, “
is via mocro”, “
ja als je zo een regelt regel ik die ballas(de rechtbank begrijpt munitie)
bij die mocro”, “
ie scorp(de rechtbank begrijpt een soort vuurwapen)
en die met die demper is van [voornaam 2] (de rechtbank leidt uit de overige stukken dat het hier gaat om [medeverdachte 5] die op 23 augustus 2022 samen met onder meer [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] is aangehouden in een auto in België met een vuurwapen met demper
)”. De daders zorgden voor de benodigde spullen, zoals de graffiti, het vuurwerk wapens, en regelden een auto om zich naar de bovengenoemde plaatsen te begeven. De daders reisden vervolgens gezamenlijk vanuit Nederland naar België en voerden dan de opdracht uit. Uit voorgaand gesprek kan de rechtbank afleiden dat dezelfde wapens vaker worden gebruikt en dat de daders opvallend weinig woorden nodig hebben om te weten wat zij van elkaar nodig hebben. Deze handelswijze vergt een planmatige aanpak en duidelijke afstemming tussen de betrokken personen. Tot slot blijkt uit onderzoek naar de telefoon van verdachte dat hij goed op de hoogte was van de strafrechtelijke ontwikkelingen rondom [medeverdachte 2] en dat hij op zoektermen zocht die daarmee verband hielden. Dit blijkt ook uit zijn verklaring bij de politie:
“kort nadat [naam 15] en de rest werden aangehouden, is hij (een opdrachtgever) ook aangehouden”.
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
De eis van de officier van justitie
So Cool Verlengdop te leggen.
- de Pro Justitia rapportage, bestaande uit een rapport opgesteld door drs. N.J.M. Beuk, kinder- en jeugdpsychiater en psychiater volwassenen op 6 december 2023, en door MSc. K. Oostra, GZ-psycholoog/gerechtelijk deskundige NRGD op 24 april 2023;
- het rapport van de Raad van 17 mei 2024;
- de rapportage van de WSS van 15 mei 2024.
psychiaterkomt tot de volgende conclusie. Bij verdachte is sprake van ADHD, matig in ernst, zwakbegaafdheid en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken. Dit betreft langdurig aanwezige problematiek en was ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Bij alle ten laste gelegde feiten zijn er momenten geweest waarop verdachte zich had kunnen beraden. Op deze momenten heeft de overige problematiek waarschijnlijk sterker doorgewerkt dan de impulsiviteit voortvloeiend uit de ADHD. Wel is duidelijk dat problematiek van verdachte in enige mate in elk feit doorwerking heeft gehad. Op basis hiervan wordt geadviseerd om de feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Verder wordt het risico op recidive matig tot hoog ingeschat. Verdachte heeft nog geen behandeling gericht op zijn problematiek gehad, behoudens de woonbegeleiding die hij momenteel krijgt. Langdurige behandeling wordt noodzakelijk geacht. Gezien de zwakbegaafdheid van verdachte zal het tijd kosten om vaardigheden aan te leren en aan de doelen te werken. Daarbij past een behandelkader dat de benodigde behandelduur borgt ter bevordering van de ontwikkeling van verdachte. De psychiater heeft geen vertrouwen in behandeling in een vrijwillig kader en meent dat een stok achter de deur nodig is. Gelet op de benodigd geachte behandelduur, de noodzaak tot behandeling wanneer verdachte zich niet aan voorwaarden houdt, de leeftijd van verdachte en zijn problematiek én de agressieve aard van meerdere ten laste gelegde feiten, acht de psychiater een voorwaardelijk PIJ-maatregel het aangewezen kader voor de behandeling.
psycholoogkomt tot de volgende conclusie. Er is sprake van ADHD, matig in ernst, en zwakbegaafdheid bij verdachte (TIQ 71). Dit was ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Gezien de aard van de problematiek is het zeer aannemelijk dat zowel de ADHD als de zwakbegaafdheid hebben doorgewerkt in de ten laste gelegde feiten. Als gevolg van zijn problematiek is verdachte minder goed in staat tot het maken van afgewogen keuzes en zijn gedrag op basis hiervan bij te sturen. Hierdoor wordt geadviseerd de ten laste gelegde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Het risico op toekomstig gewelddadig gedrag zoals bij de ten laste gelegde feiten wordt op matig ingeschat. Met name de verhoogde impulsiviteit, het beperkte inzicht in de risico’s van (sociale) situaties, het beperkte inzicht in oorzaak-gevolg relaties in combinatie met een negatief sociaal netwerk worden als risico verhogende factoren gezien. Deze risico’s zullen toenemen wanneer verdachte minder structuur in zijn dagelijks functioneren ervaart en meer tijd buitenshuis doorbrengt. Om de ontwikkeling van verdachte optimaal te bevorderen en het risico op toekomstig grensoverschrijdend gedrag en daarmee het recidive te verminderen, is begeleiding en behandeling aangewezen. Het is raadzaam om dit vorm te geven in het kader van een voorwaardelijke jeugddetentie, ook om op die manier op langere termijn voldoende medewerking van verdachte te garanderen en zicht te houden op zijn functioneren. Als bijzondere voorwaarden kunnen worden opgelegd dat verdachte meewerkt aan begeleiding vanuit de jeugdreclassering, meewerkt aan poliklinische behandeling van een forensische GGZ-instelling zoals De Waag, meewerkt aan begeleiding door een jongerencoach en meewerkt aan een vorm van begeleid wonen.
Raadadviseert om een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met toezicht en begeleiding door de WSS. Het recidiverisico wordt op basis van statische gegevens op hoog ingeschat en op basis van dynamische gegevens op midden. Er zijn veel verschillende risicofactoren aanwezig voor de kans op herhaling. Verdachte heeft in aanloop naar de zitting lang in voorarrest gezeten en daarna op verschillende woonplekken verbleven, waardoor zijn ontwikkeling in een vertrouwde omgeving heeft stilgestaan. Voor het wegnemen van de zorgen en risico’s heeft vooralsnog geen adequate behandeling plaatsgevonden. De Raad ziet nog voldoende mogelijkheden om verdachte begeleiding en behandeling te bieden met een jeugdreclasseringsmaatregel. Daarbij wordt de voortzetting van de intensieve vorm van begeleiding, variant Straatkracht, geadviseerd. De verwachting is dat verdachte langdurig en structureel begeleiding nodig heeft. Aan het voorwaardelijk strafdeel kunnen als bijzondere voorwaarden worden opgenomen dat verdachte meewerkt aan het invullen van dagbesteding, behandeling en begeleid wonen. De forensische behandeling zal bij De Waag of een soortgelijke instelling moeten plaatsvinden.
first offenderis en zijn meegaande houding tijdens de schorsingsperiode. De indruk bestaat dat verdachte een jongeman is die onbewust in hele gevaarlijke situaties kan komen, voortkomend uit inzicht- en vaardigheidstekorten. Mede hierom wordt tevens geadviseerd de verlengde variant van de leerstraf
So Coolop te leggen.
WSSheeft zich aangesloten bij het advies van de Raad. Aanvullend heeft de WSS naar voren gebracht dat tijdens de schorsingsperiode vooral praktische hulp voorop heeft gestaan. Hierdoor en vanwege de veiligheidsrisico’s rondom verdachte, zijn niet alle doelen, zoals het opstarten van forensische behandeling, behaald. Voor verdachte is er meer behandeling en begeleiding nodig dan tot nu toe is ingezet. Een woonplek waar verdachte structurele en dagelijkse begeleiding krijgt, zoals een 24/7 begeleid wonen plek, wordt daarbij als noodzakelijk gezien. Omdat er al een vertrouwensrelatie bestaat tussen verdachte en zijn huidige begeleider van [instelling] is het wenselijk dat zij betrokken blijft. De WSS schat in dat verdachte zich zal inzetten voor de hulp en gelooft dat verdachte hiervoor gemotiveerd is. Duidelijk is geworden dat de familie een belangrijke beschermende factor is. Daar moet goed naar gekeken worden. Langzaamaan is te zien dat verdachte besef heeft dat hij andere keuzes moet maken. Wel zijn er nog zorgen over de sociale contacten die verdachte aangaat en over bepaalde keuzes die hij maakt. Hij is nog onvoldoende weerbaar en kan situaties onvoldoende goed inschatten.
moeder en de vadervan verdachte hebben ter zitting verklaard dat zij veel contact hebben met verdachte. De laatste tijd is er een verandering in zijn gedrag te zien en is hij meer open in de communicatie. Het liefst zien ouders dat verdachte begeleid gaat wonen dicht bij hen in de buurt.
So Cool Verlengdvan na te noemen duur opleggen. De rechtbank ziet hierin een meerwaarde naast het opleggen van een jeugdreclasseringsmaatregel.
10.Benadeelde partij
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
296 (tweehonderdzesennegentig) dagen.
210 (tweehonderdtien) dagen, van deze jeugddetentie
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenonder de voorwaarden dat de veroordeelde:
,geboren op [geboortedag 6] 2004, [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedag 7] 2003.
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclasseringtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
50 (vijftig) uur, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject
So Cool Verlengd.
[aangever]in zijn vordering niet-ontvankelijk is.