Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
Zaak A:
Zaak B:
Zaak C:
Zaak D:
Zaak E:
Zaak F:
Zaak G:
Zaak H:
Zaak I:
3.Voorvragen
4.Vrijspraken
5.Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen
first offenderen heeft in de afgelopen negen maanden geen contact met politie en justitie meer gehad. Hij heeft een positieve gedragsverandering laten zien en wil aan zijn toekomst werken. Wel zijn er nog zorgen rondom zijn ontwikkeling. Gelet daarop is een voorwaardelijke straf op zijn plaats en is toezicht vanuit [instelling 1] wenselijk. Een jeugddetentie van twee maanden is fors en in dit geval niet passend. Een deels voorwaardelijke werkstraf is afdoende. Aan het voorwaardelijke strafdeel kunnen de geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden, met uitzondering van het zicht verkrijgen op het middelengebruik. Er is immers nauwelijks een verband tussen middelengebruik en de strafbare feiten. Deze bijzondere voorwaarde is dan ook niet passend.
van 22 februari 2024 waaruit blijkt dat verdachte een paar verkeersovertredingen heeft begaan. Hij is niet eerder strafrechtelijk veroordeeld voor feiten als de onderhavige. Verdachte zal dan ook worden aangemerkt als
first offender.
first offenderis, hij sinds mei 2023 niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen en gezien zijn positieve ontwikkeling in de laatste maanden, zal de rechtbank de jeugddetentie geheel voorwaardelijk opleggen. De voorwaardelijke jeugddetentie moet de verdachte tevens motiveren zich niet opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten. Uit het raadsonderzoek komen verder nog risicofactoren op verschillende domeinen naar voren. Aan de voorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank daarom de bijzondere voorwaarden verbinden die de Raad heeft geadviseerd, met uitzondering van hulp gericht op het middelengebruik. Ter zitting is duidelijk geworden dat het middelengebruik niet of in ieder geval beperkte mate aan de orde is. De rechtbank vindt het noodzakelijk dat verdachte hulp krijgt bij zijn verdere ontwikkeling naar volwassenheid (en bij zijn toekomstplannen op het gebied van basketbal), ook om ervoor te zorgen dat hij geen nieuwe strafbare feiten zal plegen. Het is positief dat de verdachte openstaat voor hulp en ter zitting heeft hij aangegeven dat hij zelf ook niet meer in de problemen wil komen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Van recidive is geen sprake en het middelengebruik wordt ook niet als risicofactor beschouwd.
10.De benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
1 (één) maand.
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
2 (twee) jarenonder de voorwaarden dat de veroordeelde:
[instelling 1]tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 70 (zeventig) uren,met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering, te weten 6 (zes) dagen heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
een taakstraf bestaande uit een leerstraf, te weten TACt Regulier, voor de duur van 35 (vijfendertig) uren.