ECLI:NL:RBAMS:2024:3658
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen parkeerbelasting en de gevolgen van een niet-geldige bewonersvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Amsterdam, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres had meerdere naheffingsaanslagen parkeerbelasting ontvangen in juli 2023, waarop zij bezwaar had aangetekend. De heffingsambtenaar verklaarde de bezwaren ongegrond, wat leidde tot beroep bij de rechtbank. Eiseres stelde dat zij een bewonersvergunning had, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor het parkeren met deze vergunning. De rechtbank volgde de argumentatie van de heffingsambtenaar, die stelde dat eiseres op het moment van de naheffingsaanslagen niet beschikte over een geldige vergunning, omdat zij haar kentekenwijziging niet tijdig had doorgegeven. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd en dat de wielklem, die was aangebracht vanwege het openstaan van vijf naheffingsaanslagen, ook terecht was. Eiseres was niet verschenen op de zitting, waardoor de rechtbank de administratie van de heffingsambtenaar als leidend beschouwde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om vergoeding van griffierechten af.