Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juni 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
[bedrijf]uit Breukelen. De werkgever heeft te kennen gegeven alleen de uitspraak te willen ontvangen.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 19 juni 2024, in de zaak tussen eiser en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), wordt de afwijzing van een WIA-uitkering beoordeeld. Eiser, die zich op 12 juni 2020 ziekmeldde, had op 14 maart 2022 een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv wees deze aanvraag af op basis van een rapport van een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. De rechtbank behandelt het beroep van eiser, dat op 21 mei 2024 werd behandeld, en toetst of het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser correct heeft vastgesteld.
De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen aan de vereisten voldoen. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet in staat is om arbeid te verrichten vanwege zijn klachten, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoet aan de criteria voor 'geen benutbare mogelijkheden'. De rechtbank volgt de conclusies van de verzekeringsarts en oordeelt dat de FML (Functionele Mogelijkheden Lijst) van 26 juli 2022 correct is opgesteld. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht heeft op een WIA-uitkering en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.