ECLI:NL:RBAMS:2024:381

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
HA ZA 23-531
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor verzakking fundering door bouwwerkzaamheden buren

In deze civiele zaak tussen twee buren heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 januari 2024 geoordeeld over de aansprakelijkheid van de aannemer, Building Support B.V., voor de verzakking van de fundering van de woning van eisers. Eisers, eigenaren van een woning aan [adres 1], stelden dat de verzakking van hun woning het gevolg was van onzorgvuldig uitgevoerde bouwwerkzaamheden door Building Support bij de naastgelegen woning aan [adres 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de fundering van eisers is verzakt, en dat dit waarschijnlijk is veroorzaakt door de rotatie van damwanden die door Building Support zijn geplaatst tijdens de aanleg van een kelder. Building Support heeft de mogelijkheid gekregen om tegenbewijs te leveren tegen deze voorlopige conclusie. De rechtbank heeft ook de procedure en de relevante feiten uiteengezet, waaronder de communicatie tussen partijen en de deskundigenrapporten die zijn ingediend. De eisers vorderen schadevergoeding voor de kosten van funderingsherstel, die zij stellen te moeten maken als gevolg van de werkzaamheden van Building Support. De rechtbank heeft Building Support toegelaten om bewijs te leveren dat de damwanden recht hebben gestaan, wat zou betekenen dat de rotatie geen oorzaak kan zijn van de verzakking. De zaak zal op 21 februari 2024 opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer / rolnummer: C/13/734583 / HA ZA 23-531
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] (meervoud),
advocaat: mr. L.W. Tellegen te Amsterdam,
tegen
BUILDING SUPPORT B.V.,
gevestigd te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Building Support,
advocaat: mr. E. Touwen, te Amsterdam.
Waar gaat deze zaak over?
[eisers] wonen aan de [adres 1] . Het huis van de buren, [adres 2] , is op een gegeven moment verkocht en de nieuwe eigenaren wilden het oude huis deels laten slopen en een nieuw huis bouwen met onder meer een nieuwe grotere kelder. Building Support was de aannemer voor de realisatie van de kelder. De start van de te maken kelder begon met het plaatsen van een bouwkuip waarin gewerkt kon worden. Daarvoor werden damwanden de grond in geslagen, waarbij stempelramen zouden worden geplaatst en een glijframe ingebracht zou worden. Hierdoor zou een bouwkuip ontstaan die grond- en waterkerend zou zijn en zou zorgen voor het voorkomen van schade aan de woning van [adres 1] [eisers] stellen dat het gebruik van de damwandtechniek met stempelramen en glijframe niet goed is gegaan. De ingebrachte damwanden zouden zijn gaan roteren waardoor de fundering van hun woning is gaan verzakken. [eisers] stellen hierdoor schade te hebben geleden omdat zij nu noodgedwongen hun fundering moeten laten herstellen terwijl dat anders nog niet nodig was geweest.
De rechtbank oordeelt dat [eisers] voldoende hebben aangetoond dat een zakking heeft plaatsgevonden. Hun verklaring daarvoor, het roteren van de damwanden, hebben zij vooralsnog voldoende onderbouwd. Building Support zegt dat de damwanden niet zijn gaan roteren. Building Support wordt toegelaten om dat te bewijzen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 mei 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 13 september 2023, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 december 2023, met de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. Tellegen van 16 januari 2024 naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Daarna is een datum voor het vonnis bepaald.

2.De feiten

Partijen
2.1.
[eisers] zijn sinds 2015 eigenaren en bewoners van de woning gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats 1] (hierna: woning [eisers] of woning [adres 1] .
2.2.
De heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] ( [naam 1 en 2] ) zijn sinds 2021 eigenaren van de naastgelegen woning aan de [adres 2] (hierna: woning [naam 1 en 2] of woning [adres 1] ).
2.3.
In het begin van 2022 is grootschalige verbouwing van de woning van [naam 1 en 2] gestart. De verbouwing hield onder meer in: het (deels) slopen en herbouwen van de oude woning, en het gedeeltelijk onderkelderen en vergroten van de woning.
2.4.
Building Support was de aannemer die deze verbouwing heeft uitgevoerd, voor wat betreft de sloop en realisatie van de kelder. Een andere aannemer heeft de verbouwing van het woonhuis gedaan. Building Support is een aannemer uit [woonplaats 2] , die vaker kelders aanlegt en funderingsherstel uitvoert.
Voorgeschiedenis woning [eisers]
2.5.
De woning van [eisers] is gebouwd in 1913 en gefundeerd op Amsterdamse paalfundering.
2.6.
Eind jaren ’80 is de woning [adres 1] door een rechtsvoorganger van [eisers] zowel bouwkundig als constructief grondig verbouwd.
2.7.
[eisers] zijn sinds 2015 eigenaar van de woning. In 2016/2017 hebben [eisers] de bestaande uitbouw (laten) vervangen door een drie meter diepere nieuwe uitbouw met een plat dak. Deze uitbouw is deels geplaatst op de bestaande (houten) fundering en deels (aan de achterzijde) op nieuwe betonnen funderingspalen op een betonnen balkenrooster. Om eventuele werking tussen het oorspronkelijke hoofdgebouw en de uitbouw op te vangen, zijn de fundering en de gevel (deels) gedilateerd (niet verbonden, voorzien van een flexibele afdichting).
Voorbereiding verbouwing woning [naam 1 en 2]
2.8.
De architect van de sloop en herbouw van de woning [adres 1] was Kwa architecten. De architect heeft in de voorbereiding van de verbouwing verschillende tekeningen, berekeningen en adviezen hiertoe opgesteld en laten opstellen. Hiertoe behoort ook het damwandadvies van [naam 3] van 7 juli 2021. Hierin staat onder meer:
“(…) In principe is rondom de bouwput een grondkering noodzakelijk, indien er geen ruimte is voor de aanleg van taluds. Indien daarnaast ook gestreefd moet worden naar een beperking van de verlaging van de grondwaterstand in de omgeving, dan dienst de grondkering ook waterkerend te zijn. Om de kelderconstructie te kunnen door middel van een bouwput met een minimale invloed op de omgeving, moet de ontgraving binnen een gesloten, grond- en waterkerende bouwkuip uitgevoerd worden.
(…)
(…)
Voor belendingen op houten palen wordt normaliter een horizontale grondverplaatsing van 10 mm of minder ter plaatse van de houten palen nog geaccepteerd, omdat dit uit ervaring is gebleken dat dit niet leidt tot schade aan de paalfundering. In het ontwerp zal worden gestreefd naar een doorbuiging van de damwand maximaal van 50 mm in de bruikbaarheidstoestand 2, voor zover dit niet de houtenpalen beïnvloed.
(…)
Initiële vervormingen van de damwand en de stempelramen moeten worden voorkomen, door de ruimte tussen de damwand, gordingen en stempels op te vullen en de stempels onder spanning te zetten. Het stempelraam dient voldoende stijf te zijn. Bij een onzorgvuldige uitvoering kunnen de initiële vervormingen aanzienlijk groter zijn dan de berekende vervormingen. (…)”
2.9.
Voor aanvang van de werkzaamheden aan woning [adres 1] is in september 2021 een opname gemaakt van de woning van [eisers] door [naam 4] & Partners B.V. (hierna: [naam 4] ). Op 1 februari 2022 heeft ook Bouwrisk een bouwkundige vooropname gemaakt van de woning van [eisers] .
2.10.
Op 20 juli 2021 hebben [naam 1 en 2] een omgevingsvergunning gekregen voor het herbouwen, onderkelderen en vergroting van hun woning.
2.11.
[eisers] hebben in het najaar van 2021 bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning. Zij hebben daarbij – samengevat – hun zorgen geuit over het ontbreken van een uitwerking van de constructie voor hun woning, het ontbreken van een bouwveiligheidsplan, en specifiek dat in het bemalingsadvies geen rekening is gehouden met het vervormen van de kelderwanden en het ontbreken van informatie over de belasting op de paalfundering en bebouwing van hun woning. Dit bezwaar is in januari 2022 afgewezen. Kort samengevat heeft de gemeente geconcludeerd dat de aanvraag van de aanleg van de kelder is getoetst door Waternet, het advies van Waternet positief was en dat de gemeente verder slechts een toezichthoudende taak heeft en de rest tussen de buren speelt en ‘aan het privaatrecht’ is.
2.12.
In december 2021 is er overleg geweest tussen [eisers] en [naam 1 en 2] , waarbij Building Support aanwezig was. Tijdens dit gesprek is ook gesproken over het plaatsen van meetboutjes in de woning van [adres 1] en het plaatsen van peilbuizen voor het monitoren van de grondwaterstand.
Start verbouwing woning [naam 1 en 2]
2.13.
Op 1 maart 2022 is de sloop van de oude van [adres 1] gestart en is de projectlocatie bouwrijp gemaakt.
2.14.
[eisers] hebben per e-mail van 9 maart 2022 aan Building Support laten weten dat zij op 3 maart 2022 tijdens de sloop van de oude woning van [adres 1] de fundering van het achterhuis van hun woning voelde bewegen en een kraak hebben gehoord.
2.15.
Op 14 maart 2022 hebben [eisers] Building Support een e-mail gestuurd waarin zij hebben laten weten dat door de sloopwerkzaamheden bij woning [adres 1] een scheur in de vloer tussen het voorhuis en achterhuis is ontstaan.
2.16.
Half maart 2022 is Building Support begonnen met de werkzaamheden voor de aanleg van de kelder en zijn damwanden geplaatst. Building Support heeft de bouwkuip uitgegraven en daarbij heeft Building Support het bovenste en tweede stempelramen geplaatst. Hierna is het glijframe ingebracht.
2.17.
Eind maart 2022 bleek dat het glijframe niet verder kon zakken en niet tot de gewenste diepte kon worden ingebracht. Daarna heeft Building Support, op grond van haar calamiteitenstappenplan, de bouwkuip per strook verder uitgegraven en nog een derde en vierde frame aangebracht.
2.18.
Op 31 maart 2022 hebben [eisers] een aansprakelijkstelling naar Building Support gestuurd waarin zij hebben aangegeven dat grond rond onder hun woning zakt en dat scheuren in hun woning met de dag groter worden. [eisers] heeft Building Support verzocht om op 4 april 2022 te stoppen met de aanleg van de bouwkuip.
Op 4 april 2022 hebben [eisers] Building Support nogmaals (via hun advocaat) aansprakelijk gesteld voor schade aan hun woning als gevolg van werkzaamheden aan de woning [adres 1] en aangegeven dat de grond onder hun woning al 10 cm is gezakt.
2.19.
Building Support heeft [naam 3] ingeschakeld voor het uitvoeren van een zettingsberekening. Op 6 april 2022 heeft [naam 3] zijn rapport met bevindingen met Building Support gedeeld. In de begeleidende e-mail aan Building Support heeft [naam 3] geschreven dat de spanningsverhogingen in de ondergrond zeer gering zijn, waardoor de invloed op een mogelijke negatieve kleeft wat hem betreft (zeer) gering is..
2.20.
Op 7 april 2022 heeft Building Support per e-mail de Omgevingsdienst van de gemeente geïnformeerd dat er een zakking heeft plaatsgevonden:
“(…) Wij hebben een verzakking gehad van het terrein tussen [adres 1] en bouwkuip.
(…)
[naam 5] heeft de zorg uitgesproken of deze terreinverzakking nadelige gevolgen heeft voor de bestaande fundering van [adres 1] Om dit uit te sluiten hebben wij een zettingsberekening laten uit voeren door de constructeur om de mogelijke zijwaartse verplaatsing van het grondlichaam onder de woning, en eventuele horizontale krachten op de palen in kaart te brengen.
(…)
Tijdens het graafwerk om het glijframe te laten zakken heeft er door een combinatie van factoren een verzakking van de grond tussen de woning van [adres 1] en de bouwput plaatsgevonden. (…)
(…)
Doordat er een zandpakket is aangebracht op het droge veen, is tijdens het plaatsen van het glijframe door een combinatie van neerslag, grondverzwaring en trillingen van de machine de grond tussen de bouwkuip ingeklinkt.
Door de aanwezige ruimte tussen de damwanden en het glijframe is deze inklinking zijwaarts verplaatst richting de damwand. door de ruimte tussen de damwand en het glijframe is deze vast komen te staan.
De zettingsberekening laat zien dat het grootste deel van de zijwaartse verplaatsing heeft plaats gevonden in de eerste 1,5 meter.
Dit zien wij terug op locatie. Dit is precies de diepte van het glijframe.
Door het zetten van de damwand tegen het glijframe aan is het grootste deel van deze inklinking uitgewerkt.
Dit houd in dat er ondergronds zijwaartse druk eerder richting de woning van [adres 1] is dan dat er grondverplaatsing plaatsvind vanaf [adres 1] richting de bouwkuip.
Uit de berekening is ook op te maken dat de spanningsverhogingen in de ondergrond minimaal zijn, waardoor de invloed op een mogelijke negatieve kleef zeer gering is.
Wel kunnen er ten gevolge van de tijdelijke zandlaag naast de woning nog wat restspanningen aanwezig zijn.
(…)
Bovenstaande houd in dat er geen aanvullende zijwaartse druk is gekomen op de fundering van [adres 1] Verder is er ook geen aanvullende negatieve kleef gekomen op de palen van de woning van [adres 1]
Hiermee behoud de fundering van [adres 1] zijn huidige functie en draagcapaciteit.
Genoemd moet worden dat er reeds vervormingen zichtbaar zijn in de lintvoegen van de woning.
En dat het huisje in de loop der jaren is zakt met de weg/dijk mee.
Qua zetting van de woning hebben wij onze meetpunten opnieuw ingemeten.
Wij zien een zetting van de rechter hoek van de woning van [adres 1] van enkele mm.
Deze loopt op de hoek voorgevel/zijgevel links naar 0 mm en op de hoek achtergevel/bouwmuur rechts ook naar 0mm.
Deze rotatie van de woning is in lijn met de reeds aanwezige rotatie in de woning wat te zien is aan het huidige metselwerk en de scheefstand van de boeilijsten.
Onze verwachting is dat dit is gebeurd tijdens het rijden van de zware machines.
Deze zetting is de afgelopen 10 dagen onveranderd. Wij zullen dit gedurende de bouw in de gaten blijven houden. (…)”
2.21.
Building Support heeft hierna de werkzaamheden aan de kelder volgens hun (calamiteiten)stappenplan uitgevoerd. Op 19 juli 2022 heeft Building Support haar werkzaamheden aan de kelder van woning [adres 1] afgerond.
Onderzoeken deskundigen
2.22.
Fugro NL Land B.V. (hierna: Fugro) heeft in opdracht van [eisers] een geotechnisch onderzoek verricht naar de zakking van de woning van [eisers] . In haar rapport van 26 januari 2023 staat, voor zover relevant:
“(…) Voor de bouw van de kelder naast de woning is een damwandkuip met open bemaling geplaatst. Na het ontgraven van de damwandkuip vanaf 21 maart is tot circa 8 mei een versnelde verzakking van de woning opgetreden van 60 tot 80 mm (in periode van 7 weken), waarvan de laatste circa 20 mm verzakking (door Fugro) is gemeten aan drie meetbouten in de voorgevel van de woning. Uit de opgemeten scheefstand van de gootplank op basis van een foto van 20 mei 2022 volgt een verzakking van 79 mm. Deze verzakking is veel groter dan de gemiddelde historische zakking.
(…)
Tijdens ontgraving van damwandkuip is de onderzijde van de damwanden sterk verplaatst naar het midden van de bouwput (deze forse scheefstand was duidelijk zichtbaar in de damwandkuip). De forse verplaatsing van onderzijde damwand was zodanig groot dat sterke deformatie van de slappe veenbodem en tevens maaiveldzakking is opgetreden.
(…)
(…)
2.23.
[naam 5] , van [naam 6] Architecten, heeft in opdracht van [eisers] een rapport uitgebracht over de oorzaak en het gevolg van de schade aan de woning van [eisers] . Deel 2 van het rapport van 11 mei 2023 gaat over de damwanden. In dit rapport staat een schematische weergave van de rotatie van de damwanden:
2.24.
Deel 4 van het rapport van [naam 5] gaat over de schade aan de woning van [eisers] . In dit rapport van 11 mei 2023 staan onder meer foto’s van de binnenzijde van de woning van [eisers] :
[deze afbeelding is verwijderd voor anonimisering]
[deze afbeelding is verwijderd voor anonimisering]
2.25.
[eisers] hebben een offerte opgevraagd voor de kosten van funderingsherstel. Zaanstad funderingen hebben op 25 mei 2023 een offerte uitgebracht. Zij heeft de kosten begroot op € 115.698,32 (inclusief BTW).
2.26.
Building Support heeft opdracht gegeven aan Adviesbureau [naam BV] B.V. (hierna: [naam BV] ) om een beoordeling te maken van de bouwtechnische onderdelen van de dagvaarding van [eisers] tegen Building Support. [naam BV] heeft op 31 juli 2023 zijn rapport uitgebracht.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Building Support te veroordelen tot vergoeding van door [eisers] geleden en nog te lijden schade ter hoogte van een bedrag van € 195.254,65 althans nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
II. het toe te wijze bedrag onder I. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2022;
III. Building Support te veroordelen tot vergoeding van een bedrag van € 2.727,55,- aan buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding;
IV. Building Support te veroordelen in de proces- en nakosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eisers] leggen aan hun vordering ten grondslag dat Building Support onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld. Ten eerste heeft Building Support als opdrachtnemer niet alleen een zorgplicht jegens zijn opdrachtgever, maar ook tegenover derde(n), wanneer de belangen van die derde(n) zo nauw betrokken zijn bij uitvoering van de opdracht dat de derde(n) schade kan lijden als gevolg van de gebrekkige uitvoering door de opdrachtnemer. Voor aannemers geldt in het bijzonder een zorgplicht ten opzichte van omwonenden, in dit geval [eisers] .
Ten tweede stellen [eisers] dat Building Support in strijd heeft gehandeld met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm. Ter feitelijke onderbouwing hiervan voeren zij aan dat: Building Support onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen, de bouwkuip praktisch niet uitvoerbaar was, Building Support is afgeweken van het bouwkuipontwerp, de bouwkuip te lang is bemalen en het beheersplan niet is gevolgd. Meer specifiek voeren zij aan dat het bouwkuipontwerp met de damwanden en glijframe niet uitvoerbaar was in de slappe veengrond waar zij wonen. Zij stellen dat de damwanden zijn gaan roteren en dat daardoor het glijframe vast is komen te zitten. Zij stellen dat door de rotatie van de damwanden grond is verplaatst vanaf hun woning richting de bouwkuip waardoor hun woning versneld is gaan verzakken. [eisers] onderbouwen dit met de onderzoeken van Fugro en [naam 5] van [naam 6] Architecten.
De schade als gevolg van dit onrechtmatig handelen van Building Support bestaat volgens [eisers] uit vermogensschade, omdat [eisers] nu al hun fundering moeten herstellen terwijl dat anders 25 jaar nog niet nodig was geweest, kosten ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid, advocaatkosten, wettelijke rente en incassokosten.
Tussen het onrechtmatig handelen van Building Support en de schade van [eisers] bestaat een conditio-sine-qua-non-verband; de schade van [eisers] zou niet zijn ingetreden als Building Support geen (beroeps)fouten had gemaakt.
3.3.
Building Support voert verweer. Ten eerste voert Building Support aan dat de staat van de woning van [eisers] al slecht was. Zij betoogt dat [eisers] onvoldoende hebben onderbouwd dat de fundering van hun woning in de jaren tachtig is hersteld. Building Support betoogt dat de woning van [eisers] al scheef stond en scheef zakte. De gemeten verzakking van Fugro op basis van foto’s acht Building Support niet betrouwbaar. Verder is onvoldoende dilatatie tussen het voorhuis en achterhuis van [eisers] ook een omstandigheid die heeft geleid tot schade aan de woning.
Verder betwist Building Support de door [eisers] aangevoerde feitelijke gronden voor maatschappelijke onzorgvuldigheid, de relativiteit, het causaal verband en de schade. Building Support concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat voor de verbouwing van [adres 1] en met name de realisatie van de kelder van de woning [adres 1] een bouwkuip is gebruikt. Belangrijk is dat een bouwkuip – naast grond- en waterkering – ook als doel heeft om geen schade te veroorzaken aan belendende percelen, zoals de grond en het huis van [adres 1] , de woning van [eisers] . Zeker gezien de geringe afstand tussen de bouwkuip en de woning van [eisers] .
4.2.
In dit geval hebben de werkzaamheden bij [adres 1] wel invloed gehad op de woning van [eisers] . Vast staat namelijk dat er een zetting is geweest, zoals Building Support ook zelf aan de gemeente heeft doorgegeven (zie 2.20). Dit heeft geleid tot een ontoelaatbare zakking bij de woning van [eisers] . Hiertoe is het volgende relevant.
4.3.
Ten eerste onderbouwen de meting van Fugro de stelling van [eisers] dat er een verzakking heeft plaatsgevonden die meer is dan een normale ‘zakking’ op basis van de historische gegevens. Uit de foto 20 mei 2022 van figuur 2 (2.22 eerste foto) blijkt duidelijk dat de dakrand niet meer recht loopt, maar nu schuin afloopt. Ook uit de gegevens van de meetbouten uit de voorgevel, bijlage 7a, is een toenemende verzakking waarneembaar (2.22 vierde foto). [naam 5] van [naam 6] architecten heeft deze versterkte scheefstand ook nog onderbouwd met de foto’s van de binnenzijde van het huis van [eisers] waarop met een waterpas is laten zien dat de muren niet meer waterpas staan (zie 2.24).
4.4.
Alleen gaat de rechtbank niet mee met de stelling van [eisers] dat uit de zakking van de steeg tussen hun woning en de bouwkuip blijkt dat de grond onder hun woning is verzakt. Building Support heeft daar een afdoende verklaring voor gegeven. Zij heeft toegelicht dat de steeg is ‘afgekalft’ en de schutting is weggezakt als gevolg van het afgraven van het perceel van [adres 1] .
4.5.
De tussenconclusie is dus dat er een zakking heeft plaatsgevonden bij de woning van [eisers] . De rechtbank oordeelt voorlopig ook dat Building Support verantwoordelijk is voor deze zakking. De rechtbank legt uit waarom zij tot dit voorshandse oordeel komt.
4.6.
Vast staat dat het glijframe vast is komen te zitten en niet (via de stempelramen) onderin de bouwkuip tussen de damwanden geplaatst is. Ook staat vast dat Building Support pas na deze calamiteit, volgens haar stappenplan, een derde en later nog een vierde frame heeft aangebracht.
4.7.
De foto’s en toelichting van Fugro en [naam 5] van de bouwkuip geven de indicatie dat door het vast komen te zitten van het glijframe de damwanden zijn gaan roteren (zie 2.22, derde foto). Ook heeft [naam 5] dit met een schematische tekening inzichtelijk gemaakt (zie 2.23). Hierdoor is de rotatie een aannemelijke verklaring voor de zetting, die dus ook door Building Support wordt erkend. Building Support heeft ook erkend dat enige rotaties of doorbuiging van de damwanden altijd voorkomen, als het maar binnen de marges blijft.
4.8.
Het enkele feit dat Building Support heeft toegelicht dat zij na de calamiteit van het vastgelopen frame het afgesproken stappenplan heeft gevolgd, is niet voldoende om aan te tonen dat de damwanden (al die tijd) recht hebben gestaan.
4.9.
Aan de (nadere) zettingsberekening van de [naam 3] (zie 2.19) wordt geen waarde gehecht. Bij de berekening heeft hij kennelijk geen rekening gehouden met de rotatie van de damwanden, maar alleen met druk van boven naar beneden, de gemeten daling, de plaats van de damwand en de grondwaterstand.
4.10.
Het betoog van Building Support dat de fundering van de woning van [eisers] al slecht was, wordt ook niet gevolgd. Het is een feit dat het voorhuis al scheef stond. Er was dus weliswaar sprake van enige scheefstand, maar er waren geen indicaties dat dit erger werd. Bij de aanvang van de werkzaamheden waren er geen indicaties dat de fundering snel vervangen moest worden. De scheefstand van de woning is hevig verergerd door de werkzaamheden bij [adres 1] .
4.11.
Alleen de stelling van [eisers] dat uit de peilbuismeting kan worden afgeleid dat de grondwaterstand niet goed is gemeten waaruit de beroepsfout van Building Support zou volgen, wordt niet gevolgd. De gemeten grondwaterstand van -1,9 m NAP in een gat langs de zijgevel van de woning van [eisers] is niet betrouwbaar zoals [naam 7] op de zitting, als deskundige namens Building Support, heeft toegelicht. Als er een gat in de grond is, stroomt water daar naartoe, met name bij veengrond, en ontstaat daar dus een plasje. Maar voor een betrouwbare meting is het nodig een peilbuis te plaatsen en enige tijd te wachten voor deze afgelezen wordt. Ook heeft [naam 7] voldoende toegelicht dat hij heeft ingestemd met de afwijkende plek van de peilbuizen. Building Support kan dus niet worden verweten dat zij, in het kader van te nemen voorzorgsmaatregelen, de grondwaterstand onvoldoende heeft gemonitord.
4.12.
Al met al is op basis van het voorgaande het vermoeden gerechtvaardigd dat de verzakking bij de woning van [eisers] is veroorzaakt door de rotatie van de damwanden. De rechtbank acht dat voorshands bewezen. Building Support heeft echter stellig verklaard dat de damwanden steeds recht hebben gestaan en dat geen sprake is geweest van rotatie. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld om tegenbewijs te leveren tegen het voorshandse oordeel dat bewezen is dat schade is ontstaan door rotatie van de damwanden.. Building Support zal een termijn van vier weken krijgen om zich over het leveren van tegenbewijs uit te laten.
4.13.
Als Building Support tegenbewijs wenst te leveren door een deskundige, zal dat een door de rechtbank te benoemen deskundige moeten zijn. In dat geval zullen de kosten voorlopig ten laste van Building Support komen en zal in het eindvonnis worden beslist voor wiens rekening deze definitief komen.
De vraagstelling aan de deskundige zal overeenkomen met de in deze zaak gegeven mogelijkheid tot tegenbewijs, zodat de vraag aan de deskundige zal luiden:
Klopt het dat dat de damwanden steeds recht hebben gestaan, zodat rotatie van de damwanden geen oorzaak kan zijn van de verzakking van de woning van [eisers] .
Building Support zal - als zij tegenbewijs door een deskundige wil leveren - zich uit kunnen laten over de vereiste deskundigheid en de persoon van de te benoemen deskundige. [eisers] zal daarop mogen reageren.
4.14.
Als Building Support niet slaagt in het leveren van tegenbewijs dan staat vast dat de rotatie van de damwanden de oorzaak is geweest van de verzakking bij de woning van [eisers] . De rechtbank merkt in dit geval over de door [eisers] gestelde schade alvast het volgende op. Het uitgangspunt is dat [eisers] geen funderingsherstel zouden laten uitvoeren als dat nog niet nodig was geweest. Daarom komen de kosten voor het funderingsherstel voor vergoeding in aanmerking. Building Support heeft echter wel enkele kritiekpunten aangevoerd die zullen worden besproken.
4.15.
Building Support heeft ten eerste aangevoerd dat de wijze van fundering makkelijker en goedkoper kan worden uitgevoerd, namelijk van buitenaf. [naam 5] heeft echter op de zitting voldoende toegelicht dat Building Support geen rekening heeft gehouden met de funderingsstrook in het midden en bij de uitbouw. Die kunnen volgens [naam 5] bij de door Building Support voorgestelde methode niet voldoende worden ondersteund. [naam 5] heeft daarom voldoende toegelicht dat de wijze van funderingsherstel zoals voorgesteld door Building Support niet mogelijk is.
4.16.
Building Support heeft wel terecht aangevoerd dat er een correctie ‘nieuw voor oud’ moet plaatsvinden als [eisers] enig voordeel hebben door het herstel na de schadeveroorzakende gebeurtenis. Building Support heeft toegelicht dat dit bijvoorbeeld ziet op een betere nieuwe fundering en geïsoleerde vloer met vloerverwarming. [eisers] hebben op de zitting wel aangegeven dat zij al vloerverwarming hebben, maar dit is ten eerste (nog) niet onderbouwd en ten tweede is het voorstelbaar dat [eisers] enige mate van voordeel genieten van het herstel doordat de gebruikte producten nieuwer zijn. Anderzijds zal de rechtbank er rekening mee houden dat zij de kosten van funderingsherstel niet gemaakt zouden hebben als de fundering door de bouwwerkzaamheden niet zou zij aangetast. Wat de mate van voordeelstoerekening is, kan in een later stadium aan bod komen.
4.17.
[eisers] vorderen de daadwerkelijke gemaakte advocaatkosten van de eerder gevoerde kort geding procedure tegen Building Support. Die vordering is niet toewijsbaar, omdat zij er van uitgaat dat de gegeven beslissing onjuist is. Omdat geen hoger beroep is ingesteld tegen die beslissing kan de rechtbank daar echter niet vanuit gaan. Het is bovendien niet zo dat in dit geding hetzelfde gevorderd wordt als in kort geding, want het kort geding was gericht op het op zodanige wijze verrichten van de verdere werkzaamheden dat schade zou worden voorkomen. In deze procedure wordt schadevergoeding gevorderd. In dit geding wordt dus ook niet beoordeeld of het oordeel van de rechter in kort geding juist was. Alleen al daarom is de vordering niet toewijsbaar. Overigens zou als dat anders was [eisers] hoogstens recht hebben gehad op een kostenveroordeling op basis van het liquidatietarief en niet de volledige advocaatkosten.
4.18.
Concluderend, Building Support zal worden toegelaten om tegenbewijs te leveren zoals in de beslissing vermeld. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
laat Building Support toe te bewijzen dat damwanden steeds recht hebben gestaan, zodat rotatie van de damwanden geen oorzaak kan zijn van de verzakking van de woning van [eisers] ,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 21 februari 2024voor uitlating door Building Support of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen, het benoemen door de rechtbank van een deskundige en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat, als Building Support geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat, als Building Support bewijs wil leveren door middel van deskundigenbewijs zij dit in haar akte kan vermelden en zich kan uitlaten over wat is vermeld onder 4.13, waarna [eisers] hierop bij akte zal mogen reageren,
5.5.
bepaalt dat, als Building Support
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
maarttot en met
junidan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. R.H.C. Jongeneel, in het gerechtsgebouw te Amsterdam, Parnassusweg 280,
5.7.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukken(voor zover van belang voor het getuigenverhoor en voor zover deze nog geen deel uitmaken van het dossier) aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.