Op 26 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het District Court in Liberec, Tsjechië, op 20 november 2023. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1971 in voormalig Tsjecho-Slowakije, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 12 juni 2024 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltering, en een tolk in de Tsjechische taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Tsjechische nationaliteit heeft en dat de feiten waarvoor hij wordt vervolgd, oplichting zijn, die ook naar Nederlands recht strafbaar zijn. De raadsman heeft betoogd dat de overlevering moet worden geweigerd op grond van het specialiteitsbeginsel, omdat de Tsjechische autoriteiten geen toestemming hebben gevraagd voor verdere vervolging na de uitlevering vanuit Panama. De officier van justitie heeft echter gesteld dat er geen weigeringsgrond is en dat de overlevering kan worden toegestaan.
De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen, omdat er geen eerdere uitlevering of overlevering aan Nederland heeft plaatsgevonden. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat het recht op een eerlijk proces van de opgeëiste persoon in Tsjechië zal worden geschonden. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn, waardoor de overlevering wordt toegestaan.