In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 28 juni 2024, zaaknummer 23/5381, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek in het kader van de inburgeringsplicht behandeld. Eiseres ontving op 11 april 2023 een brief van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, waarin zij werd uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Eiseres maakte bezwaar tegen deze uitnodiging, maar het college verklaarde dit bezwaar op 27 juli 2023 niet-ontvankelijk. Eiseres stelde hiertegen beroep in.
De rechtbank oordeelt dat de uitnodiging voor het kennismakingsgesprek geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het een feitelijke handeling betreft die niet gericht is op rechtsgevolg. De rechtbank stelt vast dat de brief van 11 april 2023 enkel informatief is en geen verplichtingen oplegt aan eiseres. Hierdoor is het bezwaar van eiseres niet gericht tegen een besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Awb, en is de niet-ontvankelijkverklaring terecht.
Eiseres voerde aan dat de niet-ontvankelijkverklaring haar effectieve toegang tot de rechter belemmert, maar de rechtbank concludeert dat eiseres de mogelijkheid heeft om beroep in te stellen tegen deze beslissing, wat zij ook heeft gedaan. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is, en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.