ECLI:NL:RBAMS:2024:4012

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juni 2024
Publicatiedatum
5 juli 2024
Zaaknummer
10847152 / CV EXPL 23-15685
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneemovereenkomst en ontbinding; beoordeling van tekortkomingen en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een aannemingsovereenkomst gesloten met [handelsnaam] voor de verbouwing van zijn badkamer. De overeenkomst werd op 21 januari 2023 goedgekeurd, maar de uitvoering van de werkzaamheden verliep problematisch. Eiser heeft op 8 februari 2023 een ingebrekestelling gestuurd, waarna de communicatie tussen partijen voortduurde. Eiser heeft op 20 februari 2023 de overeenkomst beëindigd, omdat hij ontevreden was over de voortgang en de kwaliteit van het werk. Hij vorderde schadevergoeding van [handelsnaam] voor de kosten van de verbouwing door derden en andere schade. In reconventie vorderde [handelsnaam] betaling voor onbetaalde werkzaamheden en materialen. De kantonrechter oordeelde dat er geen fatale termijn was overeengekomen en dat de overschrijding van de termijn door [handelsnaam] niet voldoende was om ontbinding te rechtvaardigen. De rechter concludeerde dat de beëindiging van de overeenkomst door eiser als een opzegging moest worden beschouwd, waardoor hij de voor het gehele werk geldende prijs moest betalen, verminderd met de besparingen voor [handelsnaam]. De vorderingen van eiser werden afgewezen, terwijl de vordering van [handelsnaam] tot betaling van € 6.698,79 werd toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10847152 \ CV EXPL 23-15685
Vonnis van 7 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. L.M. van Brussel,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
gemachtigde: mr. M. Sliphorst-Dekker.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 december 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 1 maart 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 23 april 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft met [handelsnaam] een overeenkomst gesloten voor de verbouwing van zijn badkamer. Op 20 januari 2023 heeft [handelsnaam] een offerte uitgebracht voor een totaalbedrag van € 21.951,29. Op 21 januari 2023 is [eiser] akkoord gegaan met die offerte.
2.2.
Partijen hebben veel met elkaar gecommuniceerd via whatsapp. Dat contact is begonnen in oktober 2022. Op 31 oktober 2022 heeft [handelsnaam] aan [eiser] laten weten dat de werkzaamheden gepland staan in de derde week van januari (vanaf 16 januari) en dat het drie weken zal duren.
2.3.
Begin januari hebben partijen besloten dat het beter uitkomt om op 23 januari 2023 te beginnen met de werkzaamheden. [handelsnaam] is uiteindelijk op 24 januari 2023 daadwerkelijk begonnen met de sloopwerkzaamheden.
2.4.
Op 3 februari 2023 liet [handelsnaam] via whatsapp het volgende aan [eiser] weten:
“ [eiser] the planning was 3 weeks Because some materials ware in backorder, ik think we have a delay of 3/4 days that’s it (…)
Monday installation pipes
Monday ventilation
Tuesday installation drying time
Wednesday - Monday Tiles
Tuesday - voeg installation sanitair
Wednesday finishing
And than 2 weeks later coming the door”
2.5.
Op 8 februari 2023 heeft [eiser] een ingebrekestelling gestuurd aan [handelsnaam] . De ingebrekestelling is verstuurd per e-mail en via whatsapp. [eiser] heeft geschreven dat hij een ingebrekestelling stuurt omdat er in 2,5 week weinig verbetering zichtbaar was voor hem, degenen die het werk uitvoeren problemen veroorzaken met de buren, er geen duidelijke planning en rapportage is en het appartement onbewoonbaar is. [eiser] sommeert [handelsnaam] om het werk binnen negen dagen af te ronden. Daarmee zou [handelsnaam] dus tot en met 17 februari 2023 hebben om het werk af te ronden.
2.6.
Op 8 februari 2023 aan het einde van de dag stuurde [eiser] het bericht “looks like things started to move. Thank you.” Diezelfde dag en de dagen daarna hadden [eiser] en [handelsnaam] contact via whatsapp over de werkzaamheden en de materialen. Ook bespraken zij dat zij op 9 februari 2023 om 9:15 uur met elkaar zouden bellen om de zorgen van [eiser] te bespreken.
2.7.
Op 16 februari 2023 ontving [eiser] bericht van zijn buren dat de dranger van de voordeur was gehaald door [handelsnaam] en niet was teruggeplaatst. [eiser] stuurde daarna, onder andere, de volgende berichten aan [handelsnaam] :
“[22:54:36] If tomorrow you won't put this shit together I call in the morning new contractor. I don't need this stress in my life. And I am not used to pay fucken 22k for the stress. If you can't deliver or you don't have capabilities or normal people for it. Please give me my key and leave my premises. If at 9 there won't be working people. I ask you directly gave me the keys! I am not joking anymore. I am done with this unprofessional behavior!
[23:28:27] Look I think I will ask you to deliver the keys to me. I waited enough tomorrow is Friday, everything is still messy! You do not deliver what you should have delivered. I request the key back. ENOUGH OF FEEDING ME YOUR BULLSHIT and creating mess in my appartement and with neighbors
[23:38:16] So I think we stop here. I don't need contractors who leave me for a month without shower, normal toilet, and on top of it behave like pigs in my house and create problems with my neighbors. The amount of unprofessionalism is just 10 out of 10. I did not enjoy any single day. From the day you destroyed bathroom and whole my place got this dust fucken everywhere I was like something wrong with this people. Now I see it clear a lot of talks about high end, but delivery is extremely poor, slow and unprofessional! Sorry but I have to stop it. I don't have any more patience and I don't want to continue my renovation with you. Tell your people learn to respect environment when they are working! What time you can deliver the key!? (…)”
2.8. Op 17 februari 2023 hebben werknemers van [handelsnaam] de sleutel ingeleverd bij [eiser] .
2.9.
Op 20 februari 2023 heeft [eiser] per e-mail de overeenkomst beëindigd. In de e-mail staat verder, voor zover hier relevant, het volgende:
“I would like to make it clear not meeting the deadlines was not the main issue. The MAIN PROBLEM IS COMPLAINTS FROM THE NEIGHBOURS AND YOUR TEAM BEHAVIOUR TOWARD the EXTERNAL ENVIRONMENT INCLUDING MY OWN HOUSE. (…)
I will repeat the reasons why it is impossible to work with you:
- lies that I attacked your employee (which in the end subcontractor)
- lies that I agreed to live in the apartment for a month without a shower and toilet (never was the case)
- 0 working ethics
- massive complaints from my neighbors about how clamzy, dirty, and unprofessional your company is
- late employees
- no schedule, reporting
- no clear plan. my house is not an open house come when you want.
- not enough employees to finish the task
- no clear agreement and responsibilities
- not willing to set deadlines and take responsibility for your actions with penalties
- underperformance
- poor execution (will be explained in the report from the third party)
- the main one not taking into consideration remarks from 8 feb
SO TO MAKE IT CLEAR YOU NOT MEETING YOUR DEADLINES WHICH YOU SHOULD HAVE IS NOT THE MAIN PROBLEM. THE PROBLEM IS CONSTANT COMPLAINTS FROM THE NEIGHBORS AND NOT REACTION TO THE LETTER FROM 8.02.23
Today two companies coming, one to asses your monthly performance, and see the quality of work, and the second to take over.”
2.10.
Op 21 februari 2023 heeft [eiser] het werk laten beoordelen door een onderneming genaamd Alexander Paul B.V. Die oordeelde dat de werkzaamheden slecht zijn uitgevoerd, verkeerde producten zijn gebruikt en de badkamer volledig gesloopt en opnieuw gebouwd dient te worden.
2.11.
[eiser] heeft de badkamer laten slopen en het werk laten uitvoeren door derden voor een totaalbedrag van € 25.128,55.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser] vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [handelsnaam] veroordeelt tot betaling van € 15.934,26, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2023, de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.123,97 en de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [handelsnaam] het werk niet binnen de afgesproken tijd en niet deugdelijk heeft opgeleverd. Hierdoor heeft [eiser] schade geleden. Het werk moest opnieuw worden gedaan en voor meer geld. [handelsnaam] verkeert in verzuim. Ten eerste omdat was afgesproken dat het werk op 6 februari 2023 zou worden opgeleverd, dat is een fatale termijn, en die datum heeft [handelsnaam] niet gehaald. Ten tweede omdat [handelsnaam] op 8 februari 2023 in gebreke is gesteld. In de ingebrekestelling stond een redelijke termijn tot en met 17 februari 2023. [eiser] heeft de overeenkomst op 16 februari 2023 ontbonden. Op 20 februari 2023 heeft [eiser] de ontbinding herhaald. Het werk is inmiddels uitgevoerd door derde partijen. [eiser] vordert zijn aanbetaling van € 10.000,- terug, de kosten van een vervangend verblijf van € 2.757,- en de extra kosten voor de uitvoering van de werkzaamheden van € 3.177,26.
3.3.
[handelsnaam] betwist dat hij is tekortgeschoten. Partijen zijn geen fatale termijn overeengekomen. [handelsnaam] heeft zijn best gedaan om het werk zo snel mogelijk op te leveren, maar het werk is vertraagd door wijzigingen in de opdracht, vertraging in de levering van materialen, de keuze van [eiser] om in de woning te blijven wonen en zijn beslissing om een ander bedrijf tussendoor de vloer te laten schuren. [eiser] is volgens [handelsnaam] degene die in verzuim is komen te verkeren door op 16 februari 2023 [handelsnaam] de toegang tot het werk te ontzeggen en geen gelegenheid te bieden het werk te herstellen of af te maken. Het bericht van [eiser] van 16 februari 2023 moet worden beschouwd als opzegging. [handelsnaam] hoeft dan ook geen geld terug te betalen en geen gevolgschade te betalen.
in reconventie
3.4.
[handelsnaam] vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [eiser] veroordeelt tot betaling van € 6.698,79, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten van € 709,94, de wettelijke rente en de proceskosten.
3.5.
[handelsnaam] voert aan dat aangezien [eiser] de aannemingsovereenkomst heeft opgezegd hier, conform artikel 7:764 BW, nog over moet worden afgerekend. [handelsnaam] heeft kosten voor een bedrag van € 4.085,19 aan tot dan toe onbetaalde werkzaamheden en bestelde materialen. Daarnaast had [handelsnaam] al een derde ingehuurd om werkzaamheden te verrichten voor een bedrag van € 2.613,60.
3.6.
[eiser] betwist de overeenkomst te hebben opgezegd. [handelsnaam] onderbouwt niet welke werkzaamheden er zijn uitgevoerd, hoe ver het werk af was, wat er goed is gegaan en wat niet. Dat er een derde zou zijn ingehuurd wordt ook niet onderbouwd. [handelsnaam] stelt niet wie dat is, welke kosten er zijn gemaakt en of er daadwerkelijk is afgerekend.

4.De beoordelingin conventie en reconventie

4.1.
Om te bepalen wie van partijen een bedrag verschuldigd is aan de ander dient de kantonrechter eerst te beoordelen wie van hen is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Daaruit zal volgen of [eiser] de overeenkomst kon ontbinden. In dat geval kan hij in principe terugbetaling vorderen van de bedragen die hij al had betaald.
4.2.
Ook als er geen reden was voor ontbinding kon [eiser] de overeenkomst met [handelsnaam] beëindigen. Een opdrachtgever is namelijk te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. Dat staat in artikel 7:764 BW. Hij zal dan wel de voor het gehele werk geldende prijs moeten betalen, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien.
4.3.
[eiser] heeft op 16 februari 2023 tegen [handelsnaam] gezegd dat hij niet verder mocht gaan met de werkzaamheden. In zijn brief van 20 februari 2023 noemt hij als redenen dat [eiser] veel klachten kreeg van zijn buren over het handelen van [handelsnaam] en dat [handelsnaam] niet heeft gereageerd op de ingebrekestelling van 8 februari 2023. Later heeft [eiser] aangevoerd dat [handelsnaam] hoe dan ook de deadline van 17 februari 2023 niet zou hebben gehaald en dat het werk van [handelsnaam] gebrekkig was. [eiser] kon naar eigen zeggen de overeenkomst op dat moment ontbinden omdat [handelsnaam] al in verzuim verkeerde. Allereerst omdat hij een fatale termijn had laten verstrijken (namelijk 6 februari 2023) en daarnaast omdat hij de deadline uit de ingebrekestelling hoe dan ook niet zou halen. De kantonrechter zal hierna oordelen over de aangevoerde ontbindingsgronden.
Geen fatale termijn overeengekomen4.4. In artikel 6:83 sub a BW is bepaald dat verzuim intreedt zonder ingebrekestelling wanneer een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen.
4.5.
Dat sprake zou zijn van een fatale termijn baseert [eiser] op whatsappberichten tussen hem en [handelsnaam] waarin [eiser] vraagt “so it is from 16 till...?” en [handelsnaam] reageert “3 weeks”. De kantonrechter leest hierin echter geen bedoeling om een fatale termijn af te spreken. Het is enkel een streefdatum/planning vanuit [handelsnaam] , waarmee hij uitspreekt dat hij verwacht het werk op 6 februari 2023 af te kunnen hebben. [eiser] heeft daarnaast ingestemd met een overschrijding van die streefdatum, want partijen hebben in overleg afgesproken dat [handelsnaam] op 24 januari 2023 zou beginnen met de werkzaamheden. Daarmee is ook de planning verschoven en was de nieuwe streefdatum 14 februari 2023.
4.6.
De werkzaamheden zijn op die datum niet opgeleverd, maar over de haalbaarheid van die datum is gecommuniceerd door [handelsnaam] . Dat die datum niet is gehaald kwam onder andere doordat de levering van materialen was vertraagd. [handelsnaam] heeft meegedeeld dat de werkzaamheden hierdoor 3 à 4 dagen zouden uitlopen. [eiser] was hier niet blij mee, maar heeft ook daarmee ingestemd. Er was dan ook geen sprake van een fatale termijn, maar van een streefdatum en over de haalbaarheid daarvan is steeds duidelijk gecommuniceerd.
[handelsnaam] heeft gereageerd op de ingebrekestelling van 8 februari 2023
4.7.
[eiser] verwijt [handelsnaam] dat hij niet heeft gereageerd op de ingebrekestelling van 8 februari 2023. De kantonrechter stelt echter vast dat [handelsnaam] wel heeft gereageerd. Nadat [eiser] de ingebrekestelling heeft gestuurd praatten partijen verder via whatsapp. Daaruit blijkt dat [handelsnaam] verder ging met de werkzaamheden en [eiser] zei dan ook “looks like things started to move. Thank you”. De volgende dag belden partijen met elkaar over de onvrede van [eiser] en daarna is via whatsapp verder gesproken over de werkzaamheden, zoals materiaal en kosten. Uit deze gang van zaken blijkt dat [handelsnaam] heeft gereageerd op de ingebrekestelling van [eiser] . Een ingebrekestelling is daarnaast bedoeld als prikkel tot nakoming. [handelsnaam] was al bezig met de werkzaamheden, hij is daar ook mee doorgegaan en heeft met [eiser] gesproken over diens zorgen. Daarmee heeft [handelsnaam] voldoende gereageerd op de ingebrekestelling.
De klachten van de buren zijn onvoldoende zwaarwegend
4.8.
[eiser] heeft aangevoerd dat zijn buren veel hebben geklaagd over handelen van [handelsnaam] . De klachten hielden onder andere in dat er stof lag in de openbare ruimtes, dat afval niet was opgeruimd en dat de dranger van de voordeur was losgehaald, waardoor de deur niet automatisch sloot.
4.9.
Uit de overgelegde whatsappberichten blijkt inderdaad dat de buren hebben geklaagd. Op foto’s is te zien dat er stoffen voetstappen zichtbaar zijn in de hal en dat er een tas afval is blijven staan. De kantonrechter overweegt echter dat ook anderen bezig waren bij [eiser] en dat een deel van de klachten ook over die werkzaamheden gaat. Zelfs als de door [eiser] aangevoerde klachten alle zijn veroorzaakt door werkzaamheden van [handelsnaam] , dan rechtvaardigt dat bovendien niet de ontbinding van de overeenkomst. [handelsnaam] heeft namelijk steeds gereageerd op de klachten van de buren en hij heeft geprobeerd de overlast tot een minimum te beperken. Dat was niet geheel mogelijk, want een verbouwing en sloopwerkzaamheden gaan nou eenmaal gepaard met overlast. De kantonrechter vindt de klachten van de buren vervelend voor [eiser] , maar niet is gebleken dat [handelsnaam] zich anders had moet opstellen dan hij heeft gedaan.
De overschrijding van de termijn was te gering om ontbinding te rechtvaardigen
4.10.
[eiser] heeft verder aangevoerd dat hij op 16 februari 2023 kon ontbinden omdat duidelijk was dat [handelsnaam] de termijn uit de ingebrekestelling niet zou halen.
4.11.
De rechtbank is met [eiser] eens dat uit de whatsappberichten tussen [eiser] en [handelsnaam] kan worden afgeleid dat het hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk was om het werk op 17 februari 2023 op te leveren. Ondanks dat [handelsnaam] op het moment van ontvangst van de ingebrekestelling wel inschatte dat zij het werk op 17 februari 2023 kon opleveren.
4.12. Daarmee is in principe sprake van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [handelsnaam] . Deze tekortkoming rechtvaardigde, gezien haar geringe betekenis, echter niet dat [eiser] de overeenkomst mocht ontbinden.
4.13.
[handelsnaam] heeft op 3 februari 2023 aan [eiser] gemeld dat de werkzaamheden 3 à 4 dagen zouden uitlopen vanwege vertraging in de levering van materialen. Op 7 februari 2023 heeft [handelsnaam] [eiser] afgeraden tegelijkertijd de vloer te laten behandelen door een ander bedrijf omdat dit lang moest drogen en niet samenging met de werkzaamheden in de badkamer. [eiser] heeft die werkzaamheden toch laten uitvoeren en tegen [handelsnaam] gezegd dat een daarmee eventueel gepaard gaande verdere vertraging niet veel voor hem verandert. Uit deze communicatie en het feit dat [handelsnaam] (vrijwel) dagelijks op het werk aanwezig was, blijkt dat de kans groot is dat het werk inderdaad die week kon worden opgeleverd. [eiser] is degene die dat niet meer wilde afwachten, maar daarmee is nog geen sprake van een voldoende tekortkoming om te kunnen ontbinden.
4.14.
Op het moment dat [eiser] de overeenkomst beëindigde had [handelsnaam] aangekondigd dat hij ernaar streefde het werk in het weekend af te hebben, dus drie dagen later, en had [handelsnaam] extra personen ingehuurd om het werk af te ronden. [handelsnaam] leek dan ook zijn best te doen om het werk zo snel mogelijk af te ronden. De beslissing van [eiser] om de overeenkomst te beëindigen lijkt, ook voor hemzelf, enigszins onverwachts te zijn gekomen. Hij heeft in korte tijd een grote hoeveelheid whatsappberichten gestuurd met een steeds neerbuigendere toon, die in feite een grote monoloog van [eiser] vormen. Om 20:26 uur vraagt hij via whatsapp wie er morgen komt. Om 22:18 stuurt hij een foto en daarna stuurt hij in een tijdsbestek van anderhalf uur nog 26 berichten waarin hij eerst boos is op [handelsnaam] en hem erop wijst dat hij professioneler moet handelen en daarna toch tot de conclusie komt dat [handelsnaam] de sleutel moet inleveren.
4.15.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] op dat moment de overeenkomst niet kon ontbinden en merkt deze beëindiging aan als opzegging. [eiser] moet daarom de voor het gehele werk geldende prijs betalen, verminderd met de besparingen die voor [handelsnaam] uit de opzegging voortvloeien.
De besparingen die uit de opzegging voortvloeien
4.16.
[handelsnaam] vordert een bedrag van € 6.698,79. [eiser] heeft aangevoerd dat hij dit bedrag niet verschuldigd is, omdat het werk ernstige gebreken vertoonde en opnieuw moest worden uitgevoerd en dat [handelsnaam] juist geld aan hem is verschuldigd.
4.17.
Het enige stuk waaruit volgens [eiser] zou blijken dat het door [handelsnaam] uitgevoerde werk niet deugdelijk was, is een rapport van een bedrijf genaamd Alexander Paul. Wat voor bedrijf dit is, en wat de waarde is van diens vaststellingen is onduidelijk gebleven. De conclusies uit het rapport zijn summier onderbouwd en moeilijk te volgen voor de kantonrechter. [handelsnaam] heeft geen kans gekregen om aanwezig te zijn bij het onderzoek en een toelichting te geven op de uitgevoerde werkzaamheden. Het rapport is daarmee eenzijdig en van beperkte waarde bij de vaststelling of het werk gebrekkig was.
4.18.
[eiser] heeft de badkamer daarna direct laten slopen. De onderbouwing van de gestelde gebreken is dan ook zodanig mager dat niet is komen vast te staan dat het werk ondeugdelijk was en de gehele badkamer moest worden gesloopt en opnieuw gebouwd. Dat betekent dat [handelsnaam] geen geld hoeft terug te betalen voor de door hem verrichte werkzaamheden. Daarentegen is [eiser] wel aan [handelsnaam] de door hem vastgestelde prijs verschuldigd.
Geen kostenveroordeling voor de vervangende woonruimte
4.19.
Nu niet is komen vast te staan dat het werk opnieuw moest worden uitgevoerd, bestaat er ook geen grondslag voor het vergoeden van de vervangende woonruimte. Deze kosten zullen dus ook worden afgewezen.
Conclusie
4.20.
De vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen. De vordering van [handelsnaam] van € 6.698,79 zal worden toegewezen.
4.21.
[handelsnaam] heeft ook gevorderd [eiser] te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten van € 709,94 omdat [handelsnaam] correspondentie heeft gevoerd met [eiser] . De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu gesteld noch gebleken is dat een aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.
4.22.
Vanwege het ontbreken van een aanmaning zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de datum waarop de conclusie van antwoord, met eis in reconventie is binnengekomen bij de griffie van de rechtbank.
Proceskosten
4.23.
[eiser] is zowel in conventie als in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [handelsnaam] worden in conventie begroot op € 812,00 (2 punten x € 406,00) aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. De proceskosten worden in reconventie begroot op € 339,- (2 punten x tarief € 339,- x 0,5) aan salaris gemachtigde.

5.5. De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 947,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiser] tot betaling van € 6.698,79 aan [handelsnaam] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2024,
5.5.
veroordeelt [eiser] tot betaling van € 339,00 aan proceskosten,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in conventie en reconventie
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, kantonrechter, bijgestaan door
mr. Z.S. Lintvelt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2024.