Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 30.000,- aan [gedaagde 1] en € 10.000,- aan [gedaagde 2] . [eiser] wil dit geld terug. [gedaagden] betwisten dat zij dit geld hebben ontvangen.
“(…) twintig en hoeveel was het? Ten gunste van de heer [eiser] , familienaam… nee, als ik die twintig in Iran aan je had gegeven, dan was er nog vijf over.Hierop zegt [eiser] :
Nee, in Iran 800 en nog wat, vijf over, akkoord”.
“(…)maandag 500 op de rekening staat(…)”In audiobestand 3 zegt [gedaagde 1] :
(…) lieverd, niet dat we niet willen betalen, ik moet wel genoeg geld hebben om te betalen(…).[gedaagde 1] heeft verder niet betwist dat zij te horen is op de deze audiobestanden.
5.De beslissing
31 juli 2024voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
10 juli 2024.