ECLI:NL:RBAMS:2024:4213

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
741722 / HA ZA 23-987
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van facturen wegens ontbrekende mededeling van overdracht vorderingsrecht

In deze zaak heeft MR Group Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die onder de naam [handelsnaam] handelt. De vordering betreft betaling van twee facturen voor de levering en plaatsing van zonnepanelen, die door MR Group aan de gedaagde zijn gefactureerd. De gedaagde heeft de facturen niet betaald en betwist de vordering, stellende dat hij enkel een overeenkomst heeft gesloten met Barten Projecten B.V. en niet met MR Group. De rechtbank heeft vastgesteld dat MR Group de activiteiten van SolSolutions B.V. heeft overgenomen, maar dat de mededeling van de overdracht van het vorderingsrecht aan de gedaagde ontbreekt. Volgens artikel 3:94 lid 1 BW is een mededeling aan de schuldenaar vereist voor de overdracht van vorderingsrechten. Aangezien deze mededeling niet heeft plaatsgevonden, heeft de rechtbank de vordering van MR Group afgewezen. MR Group is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 3.051,00. Het vonnis is uitgesproken op 12 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/741722 / HA ZA 23-987
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MR GROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
eiseres,
advocaat: mr. L.A. Tauber,
tegen
[gedaagde]
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat: mr. P.W.M. Steenbergen.
Partijen worden hierna MR Group en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 oktober 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 14 februari 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de op 16 april 2024 binnengekomen akte overlegging nadere producties van MR Group,
- de op 22 april 2024 binnengekomen akte overlegging nadere producties van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van 25 april 2024, waarvan de zittingsaantekeningen en de door mr. Tauber voorgedragen spreekaantekeningen zich in het dossier bevinden.
1.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een vonnis wordt uitgesproken.

2.De feiten

2.1.
Op 29 juli 2021 heeft [gedaagde] een overeenkomst gesloten met Barten Projecten B.V. voor onder meer de installatie van zonnepanelen op het dak van bedrijfshallen op het terrein van [gedaagde] . De overeenkomst is mede ondertekend door [naam] namens “opdrachtnemer: SolSolutions”.
2.2.
MR Group heeft eind 2021 de activiteiten van de besloten vennootschap SolSolutions B.V. overgenomen.
2.3.
Op 22 december 2021 en 7 februari 2022 heeft MR Group € 19.635,77 respectievelijk € 19.635,76 aan [gedaagde] gefactureerd voor het leveren en plaatsen van zonnepanelen. [gedaagde] heeft die facturen niet betaald.
2.4.
Enige tijd daarna is [gedaagde] verwikkeld geraakt in een discussie met Barten over de uitvoering van de installatiewerkzaamheden. Ter beslechting van die discussie hebben [gedaagde] en Barten een minnelijke regeling getroffen, op basis waarvan [gedaagde] € 65.000,00 aan Barten heeft betaald.

3.Het geschil

3.1.
De discussie van partijen gaat over de vraag of [gedaagde] gehouden is tot betaling van de facturen van 22 december 2021 en 7 februari 2022 aan MR Group. MR Group stelt dat SolSolutions ook partij is bij de overeenkomst en dat uit de overeenkomst een vorderingsrecht op [gedaagde] voortvloeit dat door de overname van SolSolutions op MR Group is overgegaan.
3.2.
MR Group vordert – samengevat – dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van € 39.271,53 aan MR Group, vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de vorderingen van MR Group, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van MR Group in de proceskosten en de nakosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
MR Group heeft toegelicht dat zij in het kader van de overname van SolSolutions op 22 december 2021 een offerte heeft gestuurd naar [gedaagde] voor de levering en plaatsing van de zonnepanelen zoals bedoeld in de overeenkomst. Op grond van deze offerte is volgens MR Group een overeenkomst ontstaan tussen haar en [gedaagde] en is [gedaagde] gehouden € 39.271,53 aan haar te betalen.
4.2.
[gedaagde] betwist het bestaan van een overeenkomst tussen hem en MR Group. Hij heeft aangevoerd dat hij de overeenkomst slechts gesloten heeft met Barten Projecten B.V. en dat hij de offerte van 22 december 2021 niet heeft ondertekend of daarop zijn akkoord heeft gegeven.
4.3.
De rechtbank oordeelt als volgt. In het onderhavige geschil gaat het om de vraag of een vorderingsrecht op naam is overgedragen. Op grond van artikel 3:94 lid 1 BW worden tegen een of meer bepaalde personen uit te oefenen rechten geleverd door een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar door de vervreemder of de verkrijger. Aan die vereisten is hier niet voldaan. De offerte van 22 december 2021 is namelijk geen mededeling aan [gedaagde] van de overdracht van enig vorderingsrecht.
4.4.
Dit betekent dat de vordering van MR Group moet worden afgewezen. Bij deze stand van zaken behoeft hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht geen bespreking.
4.5.
MR Group krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht: € 1.301,00
- salaris advocaat: € 1.572,00 (2 punten x tarief III: € 786,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 3.051,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van MR Group af,
5.2.
veroordeelt MR Group in de proceskosten van € 3.051,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als MR Group niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, rechter, bijgestaan door mr. J.D. Tameris, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.