Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2024 in de zaken tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder
Inleiding
Feiten en omstandigheden
B&B-exploitatieverstrekt.
23 november 2022 en aangevoerd dat de gevraagde adressen van de
kamervergunningenniet openbaar zijn gemaakt.
woningvormingte ontvangen. De bezwaarschriftencommissie heeft vastgesteld dat het Woo-verzoek van eiser is opgevat als een verzoek betrekking hebbend op omzetting van een zelfstandige woonruimte in een onzelfstandige woonruimte. Indien eiser nadere informatie wenst, zou hij een nieuw verzoek moeten indienen, aldus de bezwaarschriftencommissie.
per stadsdeel en per wijk de adressen waarvoor volgens de al dan niet door uw vergunningverleners gehanteerde bestanden ooit een vergunning voor woningvormen is verleend, nu op peildatum 1-3-2023’.
vergunningen woningvormen voor kamergewijze exploitatie’.
woningvormingnaar onzelfstandige woonruimtes, omdat verweerder deze categorie (die inderdaad tot 2020 in de Huisvestingsverordening stond) niet als zodanig heeft gebruikt. Verweerder stelt dat zij, voor zover na te gaan, op de gedane verzoeken tot woningvorming naar onzelfstandige woonruimtes altijd een onttrekkings- of omzettingsvergunning heeft verleend. De verleende onttrekkings- of omzettingsvergunningen bij verzoeken tot woningvorming naar onzelfstandige woonruimtes staan volgens verweerder op de lijst die aan eiser op 10 januari 2023 is verstrekt.
AMS 23/2522 het bestreden besluit van 12 mei 2023 onvoldoende zorgvuldig is gemotiveerd en dat een motiveringsgebrek kleeft aan dat bestreden besluit. De rechtbank zal dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht passeren; eiser is door het motiveringsgebrek niet benadeeld, nu deze de uitkomst van het bestreden besluit niet anders maakt. Er bestaat wel aanleiding om verweerder te veroordelen tot betaling van het door eiser betaalde griffierecht.
kanmaken, indien dit zonder onevenredige inspanning of kosten redelijkerwijs mogelijk is. Als een bestuursorgaan niet overgaat tot actieve openbaarmaking, kan eenieder om die informatie verzoeken (artikel 4.1 van de Woo). De Woo biedt dus twee routes waarop een bestuursorgaan openbaar kan maken: uit eigen beweging of op verzoek. De mogelijkheid van een verzoek tot het uit eigen beweging openbaar maken, noemt de wet niet. De rechtbank ziet in de totstandkomingsgeschiedenis van de wet ook geen grond om aan te nemen dat eiser het bestuursorgaan zelf kan verzoeken om bepaalde gegevens in de toekomst actief openbaar te maken, dan wel de rechtbank kan verzoeken om een bestuursorgaan hiertoe te veroordelen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- draagt verweerder op inzake AMS 23/2522 het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden.
30 januari 2024.