Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
Inleiding
Wat aan deze procedure voorafging
8 uur (0,2 fte) onbetaald verlof opgenomen. In die tijd werkte eiser als [Beroep 2] bij de [Werkgever 2] , in het kader van werkdrukverlichting.
WW-uitkering. Eiser voert verder aan dat hij de 0,2 fte onbetaald verlof heeft opgenomen in verband met de duurzame inzetbaarheidsregeling als vervanger van de BAPO (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen). De essentie van deze regeling is het verminderen van de werkdruk op de werkvloer. Dat houdt voor eiser in dat hij niet voor de klas hoeft te staan. Het klopt niet dat hij na het beëindigen van de werkzaamheden bij de [Werkgever 2] weer alle lesuren kon benutten bij het [Werkgever 1] , vanwege deze regeling. Dan zou de werkdruk op de werkvloer weer verhoogd worden. Dit is strijdig met de doelstelling van de regeling, aldus eiser.
Beoordeling door de rechtbank
26 kalenderweken onmiddellijk voorafgaande aan de kalenderweek. [3] Het is van belang dat het hier gaat om het aantal verloonde uren of het aantal uren waarover loon bestond. [4]
2 juli 2023. Bij het [Werkgever 1] heeft eiser in die periode gemiddeld 35 uur per week gewerkt. Bij het [Werkgever 2] heeft eiser in diezelfde periode gemiddeld 8 uur per week gewerkt. Dit volgt ook uit de berekening zoals deze is gemaakt door verweerder. Verweerder heeft hiervoor de (uitbetaalde loon- en) urengegevens zoals deze door de werkgever aan de Belastingdienst zijn doorgegeven gebruikt. Bij elkaar opgeteld komt eiser aan een gemiddeld aantal arbeidsuren van 43 uur per week.
40 uur bij het [Werkgever 1] . Dat betekent dat verweerder terecht de WW-aanvraag van eiser heeft geweigerd.