ECLI:NL:RBAMS:2024:4579

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
C/13/749247 / KG ZA 24-306
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verhuizing en inschrijving basisschool in kort geding tussen ouders van minderjarige

In deze zaak, die op 3 mei 2024 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ouders, [eiseres] en [gedaagde], die een geregistreerd partnerschap hebben gehad en samen de ouders zijn van [minderjarige]. De procedure is gestart door [eiseres] die vervangende toestemming vordert voor haar verhuizing naar [adres 2] en de inschrijving van [minderjarige] op OBS De Pioniers en BSO Kinderrijk. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld voor haar verhuizing naar [adres 3] en de inschrijving van [minderjarige] op basisschool Het Gein en BSO Kids Uptodate.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 april 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat beide ouders gezamenlijk het gezag over [minderjarige] hebben en dat zij toestemming van elkaar nodig hebben voor verhuizing en inschrijving op een school. De rechter heeft de belangen van [minderjarige] vooropgesteld en geconcludeerd dat de afstand tussen de woningen van beide ouders geen belemmering vormt voor de verhuizing.

De rechter heeft vervolgens besloten dat aan zowel [eiseres] als [gedaagde] vervangende toestemming wordt verleend voor hun verhuizingen. Tevens is bepaald dat [minderjarige] ingeschreven moet worden op basisschool Het Gein, omdat dit in haar belang is, gezien haar vertrouwde omgeving en de nabijheid van haar netwerk. De vordering van [gedaagde] om het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar te bepalen is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/749247 / KG ZA 24-306 MdV/MvG
Vonnis in kort geding van 3 mei 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie bij dagvaarding van 18 april 2024,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C.C. Sneper te Baarn,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.L. Wierstra te Den Haag.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 april 2024, waar partijen en hun advocaten bij aanwezig waren, heeft [eiseres] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en tevens een tegenvordering ingesteld. [eiseres] heeft de tegenvordering bestreden. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde] tevens een pleitnotitie. Aanvankelijk was vonnis bepaald op 10 mei 2024. Bij e-mail van 3 mei 2024 is aan partijen meegedeeld dat die dag bij vervroeging vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een geregistreerd partnerschap gehad en zijn de ouders van [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] .
2.2.
Partijen hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.3.
In 2018 hebben partijen de woning aan de [adres 1] gekocht (hierna: de echtelijke woning).
2.4.
Bij mondelinge uitspraak van 8 augustus 2023 van deze rechtbank is de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van partijen uitgesproken. Bij beschikking van 29 augustus 2023 van deze rechtbank is, voor zover van belang, bepaald dat [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats zal hebben bij [eiseres] , dat partijen co-ouderschap hebben en [eiseres] nog drie maanden in de echtelijke woning mag blijven wonen, waarna deze aan een derde zal worden verkocht.
2.5.
[gedaagde] is na haar vertrek uit de echtelijke woning bij haar ouders ingetrokken, die in [plaats 1] wonen.
2.6.
Bij e-mail van 24 januari 2024 heeft [gedaagde] aan [eiseres] geschreven dat zij woningen in [plaats 1] aan het bezichtigen is en dat zij verwacht binnen vier maanden een woning te hebben gekocht.
2.7.
De echtelijke woning is op 26 januari 2024 verkocht en op 15 maart 2024 aan de kopers geleverd.
2.8.
[eiseres] is na haar vertrek uit de echtelijke woning bij haar moeder ingetrokken, die in [plaats 1] woont.
2.9.
Bij e-mail van 16 februari 2024 heeft [gedaagde] aan [eiseres] geschreven dat [minderjarige] haar heeft verteld dat ze is verhuisd en heeft [gedaagde] aan [eiseres] om opheldering gevraagd. Bij e-mail van 19 februari 2024 heeft [eiseres] aan [gedaagde] geschreven dat zij een nieuwe huurwoning heeft gevonden en zij op korte termijn zal verhuizen naar [adres 2] .
2.10.
Bij e-mail van 1 maart 2024 heeft [gedaagde] aan [eiseres] geschreven dat zij een aantal woningen heeft bezichtigd en dat zodra een bod wordt geaccepteerd zij [eiseres] daarvan op de hoogte zal stellen. Bij e-mail van 8 maart 2024 heeft [gedaagde] aan [eiseres] bericht dat haar bod op de [adres 3] is geaccepteerd en heeft zij [eiseres] om toestemming gevraagd om met [minderjarige] naar die woning te verhuizen. [eiseres] heeft hiervoor geen toestemming gegeven. De levering van de woning aan de [adres 3] aan [gedaagde] staat gepland op 13 mei 2024.
2.11.
[minderjarige] wordt op [geboortedatum] 2024 vier jaar. Partijen kunnen het niet eens worden over een basisschool en buitenschoolse opvang voor [minderjarige] .

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - aan haar vervangende toestemming te verlenen voor:
1. de verhuizing naar het adres [adres 2] ,
2. de inschrijving van [minderjarige] op OBS de Pioniers in [woonplaats 1] ,
3. de inschrijving van [minderjarige] op BSO Kinderrijk locatie de Brink in [woonplaats 1] ,
althans in goede justitie een beslissing te nemen.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde] vordert, samengevat:
1. het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar te bepalen,
en aan haar vervangende toestemming te verlenen voor:
2. de verhuizing naar het [adres 3] ,
3. de inschrijving van [minderjarige] op basisschool Het Gein in [plaats 2] ,
4. de inschrijving van [minderjarige] op BSO Kids Uptodate locatie [plaats 1] ,
althans in goede justitie een beslissing te nemen.
4.2.
[eiseres] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk worden behandeld.
5.2.
Omdat partijen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] hebben, hebben zij van de ander toestemming nodig om met [minderjarige] te verhuizen en haar in te schrijven op een basisschool en naschoolse opvang. Bij de beoordeling van dit soort geschillen worden de belangen van alle betrokkenen in aanmerking genomen, maar staat het belang van het kind voorop.
5.3.
De woning in [woonplaats 1] waar [eiseres] reeds woont en de woning in [plaats 1] waar [gedaagde] wil gaan wonen liggen op 12 kilometer afstand van elkaar. Beide partijen beschikken over een auto en met de auto is het ongeveer 15 minuten rijden van de ene naar de andere woning. De afstand en de reistijd kan voor partijen redelijkerwijs geen reden zijn om geen toestemming te geven voor de verhuizing.
5.4.
Duidelijk is dat er veel oud zeer is tussen partijen en zij de ander verwijten niet goed te communiceren. Ook dat is geen reden om geen toestemming te geven voor de verhuizing. Zoals beide partijen op zich terecht maar wel alleen ten gunste van zichzelf naar voren brengen, is het in Amsterdam en directe omgeving heel moeilijk om een woning te vinden, hetzij een huurwoning hetzij een koopwoning. [gedaagde] is op enig moment weer bij haar ouders ingetrokken en woont daar nog steeds. [eiseres] is naar haar vertrek uit de echtelijke woning bij haar moeder ingetrokken. Het is in het belang van [minderjarige] dat haar moeders beide over een eigen zelfstandige woning beschikken. Verder is gesteld noch gebleken dat de woningen ongeschikt zouden zijn voor [minderjarige] .
5.5.
Bovenstaande betekent dat aan zowel [eiseres] als [gedaagde] vervangende toestemming voor de verhuizing wordt verleend.
5.6.
Partijen zijn het erover eens dat [minderjarige] spoedig moet worden ingeschreven op OBS De Pioniers in [woonplaats 1] of op basisschool Het Gein in [plaats 1] . Er zijn namelijk geen alternatieven meer, omdat de inschrijvingstermijn is gesloten. Dat betekent dat een keuze tussen deze scholen gemaakt zal moeten worden.
5.7.
Er zijn geen aanwijzingen dat De Poiniers of Het Gein ongeschikt is voor [minderjarige] . Beide scholen zijn gevestigd op fiets- dan wel loopafstand van de woning van [eiseres] respectievelijk [gedaagde] . Wat dit betreft maakt de school in [woonplaats 1] of [plaats 1] dus niet uit.
5.8.
Het is in het belang van [minderjarige] dat zij in een voor haar vertrouwde omgeving naar school gaat. Het Gein ligt in de omgeving waar [minderjarige] tot voor kort altijd heeft gewoond, waar zij voor de helft van de tijd blijft wonen en waar haar opa en oma’s wonen. Het netwerk van [minderjarige] ligt dus in [plaats 1] .
5.9.
Verder geldt dat Het Gein wat betreft het brengen en halen van [minderjarige] voor [eiseres] logistiek gezien gunstiger is dan dat De Pioniers voor [gedaagde] is. Het Gein ligt voor [eiseres] min of meer op de route naar haar werk in Bussum, terwijl De Pioniers voor [gedaagde] , die in Hilversum werkt, precies de andere kant op ligt en zij een flink stuk zal moeten omrijden.
5.10.
De ouders van [gedaagde] kunnen vanaf hun woning het schoolplein van Het Gein zien. [eiseres] is bang dat de overdracht van [minderjarige] bij Het Gein tot onrust gaat leiden vanwege de ouders van [gedaagde] . Er is echter geen concrete aanleiding om te vrezen dat dat gaat gebeuren. Gesteld noch gebleken is dat de ouders van [gedaagde] spanning oproepen bij [minderjarige] . Daar komt bij dat er bij de school geen overdracht met (de ouder(s) van) partijen plaatsvindt. Er is immers maar één ouder die [minderjarige] naar school brengt of bij school ophaalt.
5.11.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen lijkt een inschrijving van [minderjarige] op Het Gein het meest in haar belang. Dit betekent dat de vordering van [gedaagde] om aan haar vervangende toestemming te verlenen [minderjarige] in te schrijven op Het Gein zal worden toegewezen en daarmee ook de inschrijving van [minderjarige] op BSO Kids Uptodate. Het enkele feit dat die BSO nu nog niet open is, staat daaraan niet in de weg. De BSO zal blijkens de stukken binnenkort haar deuren openen. Dat zij daarbij nog in afwachting is van de definitieve vergunning levert geen concrete aanleiding op om aan te nemen dat de beoogde opening niet zal doorgaan. Mocht er wel een kink in de kabel komen, dan zal een andere BSO in de buurt van Het Gein gezocht moeten worden.
5.12.
De vordering van [gedaagde] om het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar te bepalen, zal worden afgewezen. Dat [minderjarige] in de buurt van de nieuwe woning van [gedaagde] naar school zal gaan, is geen reden om in kort geding het hoofdverblijf van [minderjarige] te wijzigen. Op dit punt zal eventueel in de bodemprocedure een beslissing moeten worden genomen.
5.13.
Zoals gebruikelijk in geschillen tussen ex-partners zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
verleent [eiseres] vervangende toestemming (in de plaats komend van de toestemming van [gedaagde] ) om met [minderjarige] te verhuizen naar het adres [adres 2] ,
6.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.5.
verleent [gedaagde] vervangende toestemming (in de plaats komend van de toestemming van [eiseres] ) om met [minderjarige] te verhuizen naar het [adres 3] ,
6.6.
verleent [gedaagde] vervangende toestemming (in de plaats komend van de toestemming van [eiseres] ) om [minderjarige] in te schrijven op basisschool Het Gein in [plaats 2] ,
6.7.
verleent [gedaagde] vervangende toestemming (in de plaats komend van de toestemming van [eiseres] ) om [minderjarige] in te schrijven op BSO Kids Uptodate locatie [plaats 1] ,
6.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.9.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MvG