Uitspraak
1.EUROPARCS REAL ESTATE B.V.,
2.
RESORT KAATSHEUVEL B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- primair een verklaring voor recht dat de overeenkomsten tot stand zijn gekomen onder invloed van een geestelijke stoornis en dat Europarcs c.s. niet gerechtvaardigd hebben mogen vertrouwen op een bij [eiser] aanwezige wil, subsidiair een verklaring voor recht dat de overeenkomsten onder invloed van dwaling tot stand zijn gekomen,
- een verklaring voor recht dat de overeenkomsten een gevolg zijn van althans onderhevig waren aan oneerlijke handelspraktijken van Europarcs c.s.,
- een verklaring voor recht dat Europarcs c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eiser] en aansprakelijk zijn voor haar schade,
- Europarcs c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 216.032,45, met rente,
- Europarcs c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
Partijen zijn het er ook over eens dat voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst niet met [eiser] is besproken dat zij alleen het gebruiksrecht van de recreatiewoning (de economische eigendom) zou verkrijgen en de woning niet in eigendom geleverd zou krijgen. [eiser] heeft er terecht op gewezen dat er van verkoop noch van levering sprake is geweest en dat het verkregen gebruiksrecht haar een zwakkere rechtspositie biedt, bijvoorbeeld als aan de huur van de kavel een einde komt. Dit terwijl de aanduiding van koopovereenkomst (zie hiervoor onder 2.1.) veronderstelt dat de woning wel in eigendom wordt gekocht, en de “koopprijs” van € 205.095,00 daar ook op duidt. Europarcs c.s. hebben geen goede uitleg gegeven voor de hoogte van dit bedrag in relatie tot het gebruiksrecht. Zij heeft wel aangevoerd dat [eiser] een koopoptie op de kavel grond heeft gekregen, maar dat maakt haar rechtspositie niet sterker en het betaalde bedrag ook niet lager.
- gebruikskosten € 7.795,24
- huuropbrengsten minus € 6.965,11,
totaal € 830,13.
Terecht voeren Europarcs c.s. aan dat er geen aanleiding is voor een hoofdelijke veroordeling, zoals [eiser] vordert.
Maar omdat [eiser] veel werk heeft gemaakt van met name haar beroep op een geestelijke stoornis wordt het volgende opgemerkt. Heel kort gezegd strandt het beroep op de geestelijke stoornis op het feit dat [eiser] niet heeft aangetoond dat zij ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten leed aan een geestelijke stoornis die belette dat zij haar belangen redelijk kon waarderen of dat zij onder invloed van haar stoornis de overeenkomsten is aangegaan. [eiser] heeft wel aangetoond dat zij enkele dagen voor het aangaan van de koopovereenkomst van dichtbij een brand heeft meegemaakt, daardoor ontregeld is geraakt en een PTSS-stoornis heeft. Maar er is geen verklaring van een (onafhankelijke) arts waaruit blijkt dat [eiser]
destijds daardoorhaar belangen niet redelijk kon waarderen of dat zij onder invloed van de PTSS de overeenkomsten is aangegaan.
Het subsidiaire beroep op dwaling houdt met name in dat [eiser] door toedoen van Europarcs heeft gedwaald over de aard van het gekochte en het te verwachten rendement bij verhuur van de woning door haar. Gelet op hetgeen is overwogen onder
[eiser] stelt dat Equus accountants en belastingadviseurs te Ede kosten in rekening heeft gebracht voor de boekhouding verband houdend met de aankoop. Volgens Europarcs c.s. moeten deze kosten voor rekening van [eiser] blijven. Europarcs c.s. waren er echter mee bekend dat [eiser] rendement wilde behalen door verhuur van de woning. Het is niet ongebruikelijk om de administratie daarvan door een boekhouder te laten verzorgen. Zonder het onrechtmatig handelen van Europarcs zou [eiser] deze kosten niet hebben gemaakt. Europarcs is dan ook gehouden om haar deze kosten te vergoeden.
[eiser] stelt dat de premies noodzakelijke kosten waren. Dit hebben Europarcs c.s. niet betwist. Ook hier geldt dat Europarcs deze kosten aan [eiser] moet vergoeden.
[eiser] stelt dat zij deze kosten heeft gemaakt in de periode waarin zij de recreatiewoning te huur aanbood. Zij stelt de recreatiewoning zelf niet of nauwelijks te hebben gebruikt. Daarom moet Europarcs deze kosten vergoeden.
De buitengerechtelijke kosten die [eiser] vordert zijn op grond van artikel 6:96 lid 2 aanhef en sub b en c BW toewijsbaar. Deze kosten zijn, gelet op het financiële belang van dit geding, naar hun omvang redelijk en in redelijkheid gemaakt. Daarom is het gevorderde bedrag toewijsbaar.
- de vordering tot vernietiging van de overeenkomsten,
- de gevorderde verklaringen voor recht dat de overeenkomsten een gevolg zijn van een oneerlijke handelspraktijk van Europarcs en dat Europarcs onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en
- de vordering tot betaling, met wettelijke rente vanaf de dagvaarding.
€ 2.626,00 aan griffierecht
€ 5.428,00 aan salaris gemachtigde (2 x € 2.714,00 volgens het liquidatietarief)
€ 278,00 aan nakosten€ 8.461,14 in totaal.
Partijen zullen nog een naheffing griffierecht krijgen.