Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
cloudstaat. Kennelijk heeft [gedaagde] deze gegevens dus geregistreerd in zijn ICT-systemen. Gelet op de door [eiser] verstrekte bewijsmiddelen had het op de weg van [gedaagde] gelegen om deze gegevens aan te leveren. In de (nadere) akte(s) van [gedaagde] zijn dergelijke gegevens echter niet overgelegd. Onduidelijk is waarom. Uiteindelijk is het [eiser] geweest die bij Obvion heeft nagevraagd op welk tijdstip het bewuste bankafschrift is geüpload.
3.De beslissing
17 juli 2024voor het nemen van een akte door [eiser] zoals overwogen in 2.18,
14 augustus 2024voor het nemen van een akte door [gedaagde] ,