Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 augustus 2024 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit Amsterdam, verzoeker
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Conclusie en gevolgen
Beslissing
23 augustus 2024.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, een inwoner van Amsterdam, afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 24 mei 2024, dat diverse verkeersmaatregelen op de [straat 1] tussen de [straat 2] en [straat 3] instelde. Hij stelde dat er onvoldoende omwonenden betrokken waren bij de besluitvorming en dat de werkzaamheden onomkeerbare gevolgen voor zijn dagelijks leven zouden hebben, met name het verlies van zijn gehandicaptenparkeerplaats voor zijn deur. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker na de herinrichting van de [straat 1] zijn parkeerplaats zou behouden en dat het belang van de gemeente om de werkzaamheden voort te zetten zwaarder woog dan het belang van verzoeker. Tevens werd verzoeker vrijgesteld van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bezwaar van verzoeker geen redelijke kans van slagen had en dat de belangenafweging in het voordeel van de gemeente uitviel. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.