19. [verzoekers 6] voert aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de verkeersdruk. Aangezien het [Straat] onderdeel is van een groter transformatiegebied, leidt dat tot een toename van het aantal verkeersbewegingen op het [Straat] en de Veemarkt. Door een concentratie van 100 bewoners en horeca toe te staan, vreest [verzoekers 6] dat de verkeers- en parkeerdrukte onaanvaardbaar hoog zal worden.
19. Het college heeft in het verweerschrift toegelicht dat voor nieuwbouw van sociale huurwoningen kleiner dan 30 m2 geen minimumnorm voor parkeerruimte geldt. Verzoekers hebben dit niet weersproken.
Overlast fietsen
19. Verzoekers voeren aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met overlast van geparkeerde fietsen. Er is een ondergrondse fietsenstalling gepland voor 128 fietsen. De ervaring leert echter dat jonge bewoners hun fiets niet in de fietskelder plaatsen, maar op straat. Daar is geen plek voor. Dit geldt ook voor fietsplekken die volgens de omgevingsvergunning nodig zijn in de openbare ruimte voor bezoekers van de studenten en de horeca. Er is geen ruimte voor de fietsenrekken in de openbare ruimte die in de omgevingsvergunning zijn genoemd. [verzoekers 6] voegt hieraan toe dat de fietsenkelder op [Straat] [Huisnummer 3] niet wordt gebruikt, maar dat bewoners hun fietsen op straat, op de parkeerplaatsen voor auto’s, voor de ingangen van woonarken en op de brug plaatsen.
19. De voorzieningenrechter overweegt dat als verzoekers dergelijke overlast van geparkeerde fietsen ervaren, zij het college om handhaving kunnen verzoeken. De gestelde wijze waarop bewoners van andere panden hun fietsen parkeren, staat niet aan het verlenen van de omgevingsvergunning in de weg.
Overlast horeca
19. Verzoekers voeren aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de overlast van de geplande horeca. Op zichzelf zal de horeca al overlast geven. Deze overlast zal worden vergroot door de aanzuigende werking op niet-bewoners. Er is al horeca in de buurt, waarover bewoners veel klachten hebben. Er is verder in de buurt al volop keuze aan horeca. De meerwaarde van de horeca in de plint ontgaat [verzoekers 1] en [verzoekers 5] volledig. [verzoekers 6] voegt hieraan toe dat er al een horecagelegenheid is op de hoek van [Straat] [Huisnummer 3] en de Veelaan die veel overlast geeft. Bij een tweede horecagelegenheid die 100 meter verder ligt, krijgt [verzoekers 6] overlast van twee kanten.
19. Ook dit betoog slaagt niet. Op grond van planregel 4.1, aanhef en onder d, zijn de voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden bestemd voor onder meer horeca IV. Verzoekers hebben niet weersproken dat de geplande horeca onder deze categorie valt. Dat betekent dat de horecagelegenheid in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
Sociale cohesie
19. Verzoekers voeren aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de sociale cohesie. De tijdelijke aard van de bewoning van de studentenwoningen leidt ertoe dat ze minder binding hebben met de buurt. Dit leidt tot minder betrokkenheid en tot meer overlast. Op [Straat] [Huisnummer 4] wonen al 80 jongeren die kort verblijven en op [Straat] [Huisnummer 3] wonen voornamelijk expats met een tijdelijk contract. De komst van 100 tijdelijke bewoners zien verzoekers als een bedreiging van de sociale cohesie in hun buurt.
19. De voorzieningenrechter stelt vast dat het bestemmingsplan geen specifieke bepalingen kent voor woningen voor studenten of expats. Woningen voor studenten en expats zijn dan ook in overeenstemming met het bestemmingsplan. De sociale cohesie vormt op zichzelf geen criterium voor het al dan niet verlenen van de omgevingsvergunning.
Gevaar bedreigde diersoorten
19. Verzoekers voeren verder aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de bedreigde diersoorten. Het onbebouwde deel tussen [Straat] [Huisnummer 1] en [Huisnummer 5] is het leefgebied van vleermuizen die in Nederland als bedreigd worden aangemerkt. Daarnaast broeden er een paar vogelsoorten. Vergunninghouder heeft in april al zonder vergunning en in de broedtijd enkele bomen gerooid. Dit geeft verzoekers niet het vertrouwen dat er bij de sloop- en bouwwerkzaamheden wel zorgvuldig zal worden omgegaan met de lokale flora en fauna. [verzoekers 6] betoogt verder dat aan de [Gebied] onder andere bedreigde ijsvogels en vele andere vogelsoorten broeden. [verzoekers 1] heeft op de zitting aangevoerd dat in dit gebied ook ijsvogels zitten en dat het uitvoeren van alleen een QuickScan onvoldoende is om de gevolgen voor bedreigde diersoorten te onderzoeken.
19. De voorzieningenrechter stelt vast dat aan de verleende omgevingsvergunning een QuickScan van 11 juli 2023 ten grondslag ligt. Daarin is geconcludeerd dat voor algemene broedvogels en vleermuizen randvoorwaarden noodzakelijk zijn. Voor broedvogels gelden de algemene randvoorwaarden dat het werken buiten het broedseizoen (circa 15 maart – 15 juli) moet plaatsvinden. Als dit niet mogelijk is, moet voorafgaand aan de werkzaamheden een broedvogelcontrole plaatsvinden. Een gevestigd nest mag niet worden weggehaald. Voor vleermuizen zijn de algemene randvoorwaarden gesteld dat de werkzaamheden niet ’s avonds of ’s nachts mogen worden uitgevoerd en dat eventuele verlichting naar beneden moet worden gericht. De locatie is niet geschikt voor verblijf van de vleermuizen. Het projectgebied maakt wel deel uit van een vliegroute en/of foerageergebied van vleermuizen. Dit wordt naar verwachting niet aangetast.