Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 september 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam
Inleiding
Feiten en omstandigheden
rve-directeur parkeren de bevoegdheid tot het aanstellen van medewerkers van [bedrijf] is gemandateerd, die werkzaamheden verrichten inzake de heffing en invordering van parkeerbelastingen, voor zover dit uit hun arbeidsovereenkomst blijkt of als zij de functie vervullen van teamleider parkeercontroleur of parkeercontroleur-A, als onbezoldigd ambtenaar in de zin van artikel 1.2 onder d van de NRGA [6] . Verder is in het Bevoegdhedenbesluit aan de rve-directeur Parkeren in de hoedanigheid van aangewezen heffingsambtenaar voor parkeerbelastingen de bevoegdheid gemandateerd om ondermandaat te verlenen aan medewerkers werkzaam bij [bedrijf] BV om overeenkomstig artikel 231, lid 2, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, de daaruit voortvloeiende of daarmee samenhangende rechtshandelingen te verrichten als ambtenaar belast met de heffing en invordering van parkeerbelastingen voor de gemeente Amsterdam. De ambtenaren die betrokken waren bij de controle waren dus bevoegd om deze controle uit te voeren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 218,75;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoedt.
mr.I.G.A. Karregat, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
6 september 2024.