ECLI:NL:RBAMS:2024:5575

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
AMS 24/4301
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen evenementenvergunning voor het evenement 2024 in Weesp

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de evenementenvergunning voor het evenement in Weesp, verleend door de burgemeester op 17 juli 2024. Verzoekers, waaronder een inwoner van Weesp en een besloten vennootschap, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en verzoeken om een wijziging van de geluidsnormen die aan het evenement zijn verbonden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 augustus 2024 behandeld, waarbij verschillende partijen aanwezig waren, waaronder de gemachtigden van verzoekers en de burgemeester. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat de geluidsnormen in het Geluidbeleid voor evenementen in Amsterdam zijn vastgesteld en de burgemeester het evenement in 2024 terecht heeft aangemerkt als een evenement met een hoog maatschappelijk belang. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van de vergunninghouder om het evenement door te laten gaan zwaarder weegt dan het belang van verzoekers om een lagere geluidsnorm op te leggen. De uitspraak is gedaan op 15 augustus 2024 en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/4301

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 augustus 2024 in de zaak tussen

[verzoeker 2] , uit Weesp, en

de besloten vennootschap [verzoeker 3], uit Weesp, verzoekers
(gemachtigden: mr. C. Bast en mr. T.G. Oztürk),
en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde 1] .
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[stichting] ,uit Weesp (de Stichting)
(gemachtigde: [gemachtigde 4] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de aan de Stichting verleende evenementenvergunning voor het houden van [evenement] (het evenement).
2. De burgemeester heeft de evenementenvergunning met een besluit van 17 juli 2024 verleend. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [verzoeker 2] , de gemachtigden van verzoekers, [de persoon 1] ( [functie 1] van [bedrijf] ), de gemachtigde van de burgemeester, [de persoon 2] ( [functie 2] ), [de persoon 3] ( [functie 3] ) en [de persoon 4] ( [functie 4] ).

Achtergrond van deze zaak

4. Verzoeker [verzoeker 2] woont op het adres [adres 1] in Weesp. [verzoeker 3] is eigenaar van het pand [adres 2] . Dat pand heeft een bedrijfsruimte op de begane grond en op de verdieping appartementen die worden verhuurd. Op het adres [adres 2] is [adres 2] gevestigd. Tijdens het evenement staat bij het café een podium met versterkte muziek. In de evenementenvergunning is als geluidsvoorschrift opgenomen dat de maximale norm gemeten aan het einde van het publieksgebied of op maximaal 15 meter afstand van het podium bij de podia zonder BBT-maatregelen 103 dB(C) en bij podia met BBT-maatregelen 110 dB(C) is. Het podium bij [adres 2] is een podium met BBT-maatregelen. Volgens de vergunning mag op de buitenpodia alleen muziek worden geprogrammeerd op 30 augustus 2024 van 14:00-24:00 uur en op zaterdag 31 augustus van 12:00-24:00 uur.

Het verzoek om voorlopige voorziening

5. Verzoekers voeren aan dat zij tijdens het evenement geluidsoverlast ondervinden van de muzikale activiteiten op het podium bij [adres 2] . Volgens verzoekers vormt deze geluidsoverlast een onevenredige inbreuk op hun woon- en leefklimaat. Zij verzoeken de voorzieningenrechter aan de evenementenvergunning een gewijzigd voorschrift te verbinden dat inhoudt dat het geluidsniveau dat wordt veroorzaakt door het [adres 2] op de gevel van de panden van [verzoeker 2] primair ten hoogste 85 dB(C) bedraagt en subsidiair ten hoogste 95 dB(C) als de voorzieningenrechter van oordeel is dat het evenement moet worden aangemerkt als een evenement met een hoog maatschappelijk belang.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
7. In het Geluidbeleid voor evenementen in Amsterdam (het Geluidbeleid) staat dat het C-gewogen equivalente geluidniveau (LCeq), gemeten over 3 minuten op de gevels van woningen (of andere geluidgevoelige gebouwen), maximaal 85 dB(C) mag bedragen. Bij evenementen met een hoog maatschappelijk belang is dat maximaal 95 dB(C).
8. In het advies van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 31 juli 2024 staat dat de burgemeester aan het evenement, net als in 2023, de status ‘evenement met een hoog maatschappelijk belang’ heeft toegekend. In het besluit van 6 februari 2024 op het bezwaar van verzoekers tegen de evenementenvergunning voor [evenement] staat dat de burgemeester op 5 juni 2023 heeft ingestemd met het verzoek van stadsgebied Weesp om het [evenement] de status van ‘hoog maatschappelijk belang’ toe te kennen conform de criteria uit het Geluidbeleid. In Weesp was hiervoor een breed draagvlak. Het [evenement] in Weesp kent een jarenlange traditie en gaat gepaard met diverse muziekpodia in de oude stad met allemaal smalle straatjes en relatief kleine pleinen. De wens was dit op de bestaande locatie in de binnenstad voort te zetten, aldus de burgmeester in het besluit van 6 februari 2024. Gelet op deze uitleg is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester het [evenement] ook in 2024 in redelijkheid heeft kunnen aanmerken als een evenement met een hoog maatschappelijk belang. Dat wil zeggen dat de maximale geluidsnorm op de gevel van de panden van verzoekers op grond van het Geluidbeleid 95 dB(C) mag bedragen.
9. Verzoeker heeft tijdens het evenement in 2023 zelf geluidsmetingen laten verrichten door [bedrijf] . In het besluit van 6 februari 2024 staat dat de resultaten van deze geluidsmetingen waren dat op de eerste dag waarop werd gemeten de geluidnorm van 95 dB(C) gedurende 35 minuten werd overschreden gedurende een meettijd van 2 uur en 15 minuten en dat op de tweede dag een overschrijding van circa 10 minuten plaatsvond. De heer [de persoon 1] van [bedrijf] heeft deze metingsresultaten op de zitting bevestigd. Verzoeker [verzoeker 2] heeft op de zitting verder gezegd dat het geluid vanaf het podium in 2023 minder was dan in 2022 en zeker ten opzichte van de jaren ervoor toen in het bedrijfspand zelfs het alarm afging als gevolg van het geluid.
10. Gelet op de complexiteit van de beoordeling van de geluidsnormering in de evenementenvergunning en de handhaving daarvan, beperkt de voorzieningenrechter zich tot een afweging van de betrokken belangen. Uit de genoemde metingen van [bedrijf] tijdens het evenement in 2023 blijkt dat de geluidsnorm van 95 dB(C) slechts incidenteel werd overschreden. Gelet hierop weegt het belang van de Stichting dat het evenement conform de evenementenvergunning kan doorgaan naar het oordeel van de voorzieningenrechter zwaarder dan het belang van verzoekers om de geluidsnorm van 95 dB(C) op de gevel als vergunningsvoorschrift op te nemen.

Conclusie en gevolgen

11. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Dit betekent dat verzoekers geen gelijk krijgen. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
griffier
voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.E. Bouwmeester, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2024.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.