In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 10 september 2024, zaaknummer AMS 24/771, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (hoog pkb) beoordeeld. Eiser, die in Amstelveen woont en in een rolstoel zit, heeft de aanvraag ingediend om zijn 96-jarige moeder wekelijks te kunnen bezoeken in een woonzorglocatie. De aanvraag werd afgewezen door de Forensisch Medische Maatschappij Utrecht Advies B.V. (FFMU) op basis van een medisch advies dat concludeerde dat eiser, hoewel hij onder begeleiding met de trein kan reizen, niet voldoet aan de voorwaarden van het Indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget.
De rechtbank heeft het beroep op 3 september 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn broer en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiser niet aan de criteria voldeed. De arts had op basis van de medische gegevens en een telefonische hoorzitting geconcludeerd dat eiser in staat was om met de trein te reizen, wat door de rechtbank werd bevestigd. Eiser voerde aan dat hij feitelijk niet in staat was om met het openbaar vervoer te reizen, maar de rechtbank oordeelde dat de afwezigheid van begeleiding niet leidde tot een andere beslissing. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht had op het hoog pkb en dat de afwijzing door verweerder gerechtvaardigd was.
De uitspraak benadrukt het belang van de medische beoordeling en de criteria die zijn vastgesteld in het Indicatieprotocol. Eiser kreeg geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.