ECLI:NL:RBAMS:2024:5646

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
755993 / FA RK 24.5842
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.E. van Montfrans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in verband met ernstige psychotische depressie

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1962. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 28 augustus 2024 was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, veroorzaakt door een psychotische depressie. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de betrokkene niet achter een ECT-behandeling staat, maar de psychiater benadrukte dat deze behandeling noodzakelijk is. De rechtbank oordeelde dat de keuze voor de behandeling tot de professionele autonomie van de psychiater behoort en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken, tot en met 23 september 2024. De beschikking is op 2 september 2024 mondeling gegeven en op 11 september 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/755993 / FA RK 24/5842
kenmerk: VCM/IND/146086
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 2 september 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: D.M. Rupert.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 29 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 28 augustus 2024 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, op de locatie [verblijfplaats] .
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- psychiater, mevrouw K. Kerstens.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische depressie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Betrokkene heeft ter zitting medegedeeld dat zij niet achter een ECT behandeling staat omdat zij er erg tegenop ziet. De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het onderhavige verzoek bepleit. Betrokkene is angstig, zij loopt onrustig heen en weer, maar er is geen sprake van suïcidaliteit. Er is ook geen sprake van maatschappelijke teloorgang omdat betrokkene in de kliniek wil blijven. De advocaat vraagt zich af of de maatregel nu echt nodig is. Betrokkene ziet erg tegen een ECT behandeling op en zij staat hier ook niet achter. Betrokkene heeft geen bezwaar tegen de begeleiding, maar wel tegen een ECT behandeling. In het geval van toewijzing heeft de advocaat verzocht om de verplichte vorm van zorg ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’ te schrappen. Als betrokkene wordt gedwongen tot een ECT behandeling zou dat dramatisch voor haar zijn. De komende tijd kan worden bekeken of er geen alternatief te bedenken is anders dan een ECT behandeling.
De psychiater heeft ter zitting medegedeeld dat betrokkene is opgenomen in verband met een ernstige psychotische depressie. Er is sprake van motorische onrust, waarbij betrokkene veel rondjes in haar kamer loopt, nihilistische wanen heeft en gedachten heeft iedereen tot last te zijn. Het is zeer aannemelijk dat betrokkene vanuit haar twijfelzucht en onrust thuis niet in staat is voor zichzelf te zorgen, te eten en te drinken, wat zal leiden tot acute maatschappelijke teloorgang en verwaarlozing. Tijdens een eerdere depressie is betrokkene suïcidaal geworden en heeft zij een poging ondernomen om zichzelf van het leven te beroven. Bij geen behandeling van de depressie is de kans reëel dat zij opnieuw suïcidaal zal worden en een eind aan haar leven kan maken. Ondanks vrijwillig medicamenteuze behandeling en vrijwillig opname is haar psychotische depressie niet verminderd. Er is geprobeerd haar te behandelen met nortrillen en vervolgens met lithium zonder resultaat. ECT is conform de richtlijn depressie een doelmatige behandeling voor haar depressie. De psychiater geeft aan dat gehandeld wordt volgens de richtlijn en dat vertrouwt dient te worden op de professionele autonomie. Er is geprobeerd haar te motiveren voor vrijwillige ECT behandeling, echter zij is hierin niet consistent, doordat zij haar keuze baseert op nihilistische wanen en niet in staat is een consistente beslissing te nemen. Er is eerder een uitgebreid gesprek geweest met het systeem, behandelaar en ECT verpleegkundige, waarbij zij aanvankelijk akkoord ging met ECT, maar daarna wederom twijfelde. Haar naasten staan achter behandeling met ECT.
2.3.
De rechtbank gaat aan het verweer van de advocaat voorbij en is van oordeel dat de keuze voor de soort behandeling behoort tot de professionele autonomie van de psychiater. Voor het geval toepassing van de ECT behandeling buiten de richtlijn om van toepassing zou zijn, dan dient overlegd te worden met externe professionals. ECT behandeling is een zwaar middel maar is wel een doelmatige behandeling voor haar depressie. Betrokkene lijdt aan ernstige twijfelzucht, waardoor zij onvoldoende in staat is om keuzes in het belang van haar gezondheid te maken en om vervolgens achter die keuzes te blijven staan. De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat betrokkene verdere ondersteuning en behandeling nodig heeft vanuit de machtiging om de ernstige psychotische depressie te behandelen, ook omdat betrokkene er niet van overtuigd is dat sprake is van de noodzaak om haar te behandelen met ECT. Verplichte zorg is dan ook nodig.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van vocht/voeding gedurende 3 weken;
  • toedienen van medicatie gedurende 3 weken;
  • het verrichten van medische controles gedurende 3 weken;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening inclusief ECT behandeling volgens de richtlijn gedurende 3 weken;
  • beperken van de bewegingsvrijheid gedurende3 weken;
  • insluiten gedurende 3 weken;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene gedurende 3 weken;
  • onderzoek aan kleding of lichaam gedurende 3 weken;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen gedurende 3 weken;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen gedurende 3 weken;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam gedurende 3 weken;
  • opnemen in een accommodatie gedurende 3 weken.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.5.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1962 te [geboorteplaats] , voor zover het de in rechtsoverweging 2.4. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 september 2024.
Deze beschikking is op 2 september 2024 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.E. van Montfrans, rechter, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 11 september 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.