In deze kansspelzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 september 2024 een rolbeslissing genomen in de procedure tussen [eiser] en de rechtspersoon Trannel International Limited. De rechtbank heeft het verzoek van Trannel om voort te procederen afgewezen. Trannel had verzocht om de mogelijkheid te krijgen om zich uit te laten over voorgenomen prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, maar de rechtbank oordeelde dat de beoordeling van de zaak kan wachten totdat de Hoge Raad antwoord heeft gegeven op deze vragen. De rechtbank stelde vast dat er inmiddels meer dan vijftig vergelijkbare zaken zijn aangespannen, en dat het stellen van prejudiciële vragen in een of enkele zaken voldoende is om duidelijkheid te verkrijgen voor alle betrokken procedures.
De rechtbank benadrukte dat het niet in strijd is met de beginselen van hoor en wederhoor om in deze zaak geen prejudiciële vragen te stellen. Trannel kan na het antwoord van de Hoge Raad reageren voordat de rechtbank uitspraak doet. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van Trannel, waaronder het belang van de uitkomst van de prejudiciële procedures en de verschillen in kansspelen, niet voldoende waren om het verzoek tot voortprocederen te honoreren. De zaak is opnieuw op de parkeerrol gezet voor 2 april 2025, waar verdere beslissingen zullen worden genomen.