Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2024 de zaak tussen
[eiser] , uit 's-Gravenhage, eiser
De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Een vriend van mij ging op vakantie en vroeg of ik op zijn katten wilde passen. Ik dacht, ik ga daarheen, blijf slapen en ga de volgende dag naar mijn werk. Ik kwam aan, liep naar de automaat en die deed het niet. Op hetzelfde moment kwam een handhaver langs en die zei dat ik moest betalen. Toen zei ik, geen probleem. Ik had spullen mee en zou blijven slapen. Ik dacht ’s nachts ga ik niet € 6,50 per uur betalen. Toen zei hij: “zet je spullen neer dan kun je gaan”. Dat heb ik gedaan. Ik deel mijn auto met mijn ex-partner. Ik heb de auto doordeweeks en hij in het weekend, er is een parkeergarage. Ik ben daarheen gegaan, heb de auto geparkeerd en de fiets genomen.”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak van 28 februari 2024:
- vernietigt de naheffingsaanslag van 30 januari 2024;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat heffingsambtenaar aan eiser het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 51,- vergoedt.