Overwegingen
Wat aan deze procedure voorafging
1. Eiser heeft op 3 februari 2022 bij verweerder een aanvraag voor dubbele kinderbijslag ingediend voor zijn dochter [naam dochter] . [naam dochter] , die geboren is op [geboortedatum] 2005, is bekend met het syndroom van Marfan. Dit is een chronische erfelijke aandoening waarbij het lichaam niet goed in staat is zelf bindweefsel aan te maken. Daarnaast heeft [naam dochter] scoliose, longproblemen, een oogaandoening en heeft zij last van gegeneraliseerde hypermobiliteit. De peildatum voor de beoordeling van deze aanvraag is 1 januari 2022.
2. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiser voor dubbele kinderbijslag afgewezen. Verweerder heeft hieraan het medisch advies van CIZ en het Beoordelingskader BUK 2018 ten grondslag gelegd. Uit het medisch advies van CIZ volgt dat de zorgscore van [naam dochter] op de peildatum is vastgesteld op twee punten voor de items ‘lichaamshygiëne’ en ‘bezighouden, handreikingen’. Omdat [naam dochter] op de peildatum een zorgscore had van twee punten, is daarmee niet voldaan aan de minimaal vereiste drie punten. Het CIZ heeft daarom negatief geadviseerd. Eiser heeft daarom vanaf het eerste kwartaal van 2022 geen recht op dubbele kinderbijslag voor [naam dochter] .
3. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Verweerder heeft zich daarbij gebaseerd op het nieuwe negatieve advies van het CIZ van 10 januari 2023. Na heroverweging in bezwaar heeft het CIZ de zorgscore van [naam dochter] op de peildatum vastgesteld op nul punten. Verweerder heeft daarom de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag gehandhaafd.
4. Eiser merkt allereerst op dat [naam dochter] geen enkele punt scoort in de bezwaarfase, terwijl zij in de primaire fase wel twee punten scoorde. Dit is volgens eiser in strijd met het verbod van reformatio in peius. Bovendien is het onbegrijpelijk, omdat de medische situatie van [naam dochter] hetzelfde is gebleven. De situatie van [naam dochter] is in 2023 zelfs verslechterd. Daarbij is naar de mening van eiser het medisch onderzoek onzorgvuldig. Het CIZ-advies is niet eenduidig en concludent en [naam dochter] is nooit in persoon onderzocht door het CIZ. Ook is er onvoldoende rekening gehouden met de Richtlijn Database van de Federatie Medisch Specialisten bij het Marfan Syndroom . Eiser stelt zich op het standpunt dat op de onderdelen lichaamshygiëne, mobiliteit, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis en bezighouden/handreikingen ten onrechte geen score is toegekend. Eiser verzoekt om de benoeming van een onafhankelijk deskundige.
5. Op grond van artikel 7a, eerste lid, van de AKW, heeft een verzekerde voor een tot zijn huishouden behorend kind dat drie jaar is of ouder, maar nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, genoemd in artikel 12, eerste en tweede lid van de wet, indien het kind is aangewezen op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen mate van intensieve zorg.
6. Op grond van artikel 12, eerste lid, van het Besluit uitvoering kinderbijslag (BUK) wint de Sociale verzekeringsbank (SVB) een op medische gegevens gebaseerd advies in bij het Centrum Indicatiestelling zorg (CIZ), om te bepalen of een kind intensieve zorg behoeft. Ingevolge het tweede lid worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld met betrekking tot de procedure alsmede de beoordelingscriteria waarop het advies, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd.
7. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling uitvoering dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg (de Regeling) kan de SVB vaststellen dat er sprake is van intensieve zorg, indien het advies positief luidt.
8. De beoordeling van het CIZ geschiedt ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Regeling, aan de hand van de onderdelen lichaamshygiëne, zindelijkheid, eten en drinken, mobiliteit, medische verzorging, gedrag, communicatie, alleen thuis zijn, begeleiding buitenshuis, en bezighouden/handreikingen.
9. Op grond van artikel 3, tweede lid, kent het CIZ op een item een punt toe, indien het oordeelt dat er op dat onderdeel sprake is van een zware zorgbehoefte. Ingevolge het derde lid behoeft het kind tussen 10-17 jaar intensieve zorg indien het CIZ minimaal 3 punten toekent.
10. Bij het bepalen of per onderdeel al dan niet een punt moet worden toegekend wordt het zogenoemde Beoordelingskader BUK 2018 (het beoordelingsdocument) gehanteerd. In het beoordelingsdocument wordt een nadere uitwerking gegeven aan de in de Regeling genoemde onderdelen, waarbij per onderdeel voorbeelden worden gegeven van situaties waarvoor wel of juist geen punt wordt toegekend. De lijst met voorbeelden die zijn genoemd in het blok ‘geen score’ zijn ingevolge het beoordelingsdocument niet uitputtend.
Het oordeel van de rechtbank
11. De rechtbank beoordeelt of verweerder terecht heeft bepaald dat eiser vanaf het eerste kwartaal van 2022 geen recht heeft op dubbele kinderbijslag voor [naam dochter] .
Verbod van reformatio in peius
12. Eiser voert aan dat [naam dochter] in de bezwaarfase als zorgscore geen enkele punt heeft toegekend gekregen, terwijl zij in de primaire fase wel twee punten scoorde. Daarmee is eiser in een verslechterde positie terecht gekomen. Volgens eiser heeft verweerder in strijd gehandeld met het verbod van reformatio in peius.
13. Het beginsel van reformatio in peius staat eraan in de weg dat het indienen van een bezwaarschrift er toe leidt dat de indiener via de heroverweging door het bestuursorgaan in een slechtere positie geraakt dan zonder de bezwaarprocedure mogelijk zou zijn. De rechtbank overweegt dat het bezwaar van eiser heeft geleid tot een volledige heroverweging van het besluit van 15 april 2022. Verweerder heeft de motivering van de afwijzing van dit besluit in het bestreden besluit gewijzigd. De rechtbank stelt vast dat dit niet heeft geleid tot een andere uitkomst. Dit betekent dat geen sprake is van schending van het verbod van reformatio in peius.
Zorgvuldigheid medische beoordeling
14. Eiser meent dat sprake is van een onzorgvuldige medische beoordeling. Het CIZ-advies is niet eenduidig en concludent en [naam dochter] is nooit in persoon onderzocht.
15. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het medisch advies van het CIZ van 10 januari 2023, 6 juli 2023 en 30 mei 2024 onzorgvuldig tot stand is gekomen. Daarbij is van belang dat dossierstudie en telefonisch onderzoek is verricht en informatie is betrokken van behandelaars bij de totstandkoming van het medisch advies. Ook heeft er een hoorzitting plaatsgevonden waarbij eiser zijn situatie nader heeft kunnen toelichten. Verder is in het advies van het CIZ van 10 januari 2023 per item toegelicht waarom geen aanleiding bestaat een punt aan zorgscore toe te kennen. Dat is opnieuw gedaan in het advies van het CIZ van 6 juli 2023 dat is opgesteld naar aanleiding van de beroepsgronden. Bovendien is er nog een advies van het CIZ van 30 mei 2024 opgesteld naar aanleiding van de gronden die ter zitting zijn aangevoerd.
16. De omstandigheid dat [naam dochter] door de medisch adviseur niet in persoon is gezien, maakt niet dat het advies niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Daarbij is van belang dat verweerder heeft toegelicht dat spreekuren plaatsvinden op het kantoor waar de betrokken medisch adviseur werkzaam is. Een spreekuur bestaat dan uit een gesprek en observatie van het gedrag op dat moment. Lichamelijk onderzoek vindt niet plaats. Verweerder meent dat van [naam dochter] al voldoende informatie van deskundigen en behandelaren aanwezig is om tot een conclusie te komen. De momentopname van een spreekuur had daar niets aan toegevoegd. De rechtbank ziet geen grond om aan deze toelichting te twijfelen.
Functie (1) lichaamshygiëne
17. Eiser voert aan dat volgens het Beoordelingskader BUK 2018 een score toegekend kan worden wanneer het kind een aantal handelingen zelf kan, maar niet zonder permanente aanwezigheid van een ander. Dit is aan de orde bij [naam dochter] . Ondanks dat het haar soms lukt om zichzelf te wassen als zij op de douchestoel zit, komt het ook vaak voor dat zij haar armen niet meer kan optillen door de hypermobiliteit en extreme vermoeidheid.
18. De medisch adviseur heeft toegelicht dat vanuit het syndroom van Marfan niet geobjectiveerd kan worden dat [naam dochter] niet in staat is de handelingen omtrent lichaamshygiëne zelfstandig uit te voeren. Haar conditie is de reden dat [naam dochter] ondersteuning en eventuele hulp nodig heeft bij dit item. Conditie is echter geen aandoening, maar een omstandigheid. De medisch adviseur verwijst naar het schrijven van de cardioloog en de revalidatiearts die willen dat [naam dochter] conditie opbouwt, door actiever te worden.
19. De rechtbank overweegt dat nergens in de medische stukken terugkomt dat [naam dochter] niet in staat is om handelingen omtrent lichaamshygiëne zelfstandig uit te voeren. Daarbij merkt de rechtbank op dat uit het telefonisch onderzoek in bezwaar blijkt dat [naam dochter] goede dagen en slechte dagen heeft. Op goede dagen kan zij door gebruik van een douchestoel zelf douchen, zichzelf afdrogen en zelf tandenpoetsen. Op slechte dagen heeft zij hulp nodig van haar moeder. Hoe vaak [naam dochter] te vermoeid is voor het verrichten van handelingen is niet bekend. Gelet op het voorgaande is er geen grond voor het oordeel dat er voor lichaamshygiëne volledige hulp of permanente aanwezigheid van een ander nodig is. De rechtbank volgt daarom het standpunt van de medisch adviseur dat er voor lichaamshygiëne geen punt kan worden toegekend.
20. Volgens eiser dient een score voor mobiliteit toegekend te worden, nu [naam dochter] zich niet zelfstandig kan verplaatsen zonder enige begeleiding en niet in staat is zelf lange afstanden te lopen of te fietsen. Eiser verwijst naar de brief van ergotherapeut [therapeut] van
3 maart 2022 waarin staat dat [naam dochter] niet in staat is om zelfstandig te fietsen, omdat dit te belastend is voor haar hart.
21. De medisch adviseur stelt dat [naam dochter] in staat is om tenminste 100 meter te lopen, trap te lopen en vijf kilometer te fietsen. De slechte conditie van [naam dochter] maakt dit momenteel lastig. Echter kan niet vastgesteld worden dat de slechte conditie voortkomt uit het syndroom van Marfan. Daarbij verwijst de medisch adviseur naar het schrijven van de cardioloog waarin staat dat [naam dochter] kan en mag gaan sporten om haar conditie op te bouwen. De belasting voor haar hart is geen reden om fietsen of traplopen na te laten. Haar conditie is dat waarschijnlijk wel. [naam dochter] is daarom verwezen naar de fysiotherapeut voor deconditionering en toeleiding tot sport.
22. In wat eiser heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat CIZ een punt voor mobiliteit had moeten toekennen. Dat [naam dochter] door haar ouders met de auto naar school of naar andere afspraken gebracht wordt is daartoe onvoldoende. Daarbij overweegt de rechtbank dat de cardioloog de deskundige is op dit gebied en niet de ergotherapeut.
Functie (8) alleen thuis zijn en functie (9) begeleiding buitenshuis
23. Eiser stelt dat [naam dochter] niet langer dan 30 minuten alleen thuis kan zijn. Dit komt doordat zij vaak last heeft van hyperventilatie, soms plotselinge acute pijn ervaart in haar rug en/of schouders en dan direct medicijnen nodig heeft. Haar ademhaling moet steeds in de gaten gehouden worden. Ook is het voorgekomen dat [naam dochter] ineens stopt met ademhalen, waarna het ziekenhuis direct gebeld moest worden. [naam dochter] kan hierdoor ook enkel onder begeleiding naar buiten.
24. De medisch adviseur is van mening [naam dochter] gezien haar leeftijd en intelligentieniveau in staat moet worden geacht om op dergelijke momenten zelf passende hulp in te roepen via de huisarts of hulpdiensten. Het is niet aannemelijk te achten dat de ouders daarvoor in de buurt hoeven te blijven.
25. Op de zitting heeft eiser nog aangevoerd dat [naam dochter] last heeft van woordvindstoornissen, waardoor zij niet zelfstandig hulp kan inroepen. Dit wordt ondersteunt door een brief van de huisarts van 7 februari 2023. Aanvullend heeft de medisch adviseur hierover gesteld dat oververmoeidheid door stress tijdelijk problemen kan geven in het vinden van woorden. Volgens de medisch adviseur staat in de brief van de huisarts dat [naam dochter] tijdens toename van hoofdpijn een aantal keren niet op woorden heeft kunnen komen. Buiten die periode met hele hevige hoofdpijn zijn er geen woordvindstoornissen. De stress van het examenjaar heeft [naam dochter] vermoeid en haar hoofdpijn gegeven. Om die reden heeft zij aanpassingen in het onderwijs gekregen en mag zij gespreid examen doen. Naar het oordeel van de rechtbank is de medisch adviseur daarmee voldoende ingegaan op dit punt.
26. De rechtbank overweegt verder dat nergens in de medische stukken is opgenomen dat iemand altijd op (de ademhaling van) [naam dochter] moet letten of aanwezig moet zijn om medicijnen toe te dienen gedurende een acute pijnaanval. De rechtbank volgt dan ook het standpunt van verweerder dat er geen punten kunnen worden toegekend voor 'alleen thuis zijn' en 'begeleiding buitenshuis'.
Functie (10) bezighouden, handreikingen
27. Eiser stelt dat [naam dochter] bij alle activiteiten binnenshuis begeleid dient te worden. Ook dient zij voortdurende individuele aandacht en activering te ontvangen, waardoor er wel degelijk een score toegekend had moeten worden bij dit punt.
28. De medisch adviseur heeft overwogen dat [naam dochter] naar het regulier onderwijs gaat, hoewel zij een aangepast rooster heeft en regelmatig lessen mist. [naam dochter] houdt daarnaast van tekenen en kan zich zelfstandig bezighouden. Er wordt geen gebruikgemaakt van een dagplanning. Niet vastgesteld kan worden dat er als gevolg van een ziekte of stoornis sprake is van een noodzaak om een volledige en complete dagstructuur aan te bieden met voortdurende individuele aandacht en activering of dat [naam dochter] in het geheel niet in staat is om zelfstandig bezig te zijn.
29. Gelet op de bevindingen van de medische adviseur en nu eiser zijn standpunt niet heeft onderbouwd met medische stukken, volgt de rechtbank het standpunt van verweerder dat er in zoverre geen punt kan worden toegekend.
30. Eiser heeft de medische situatie van [naam dochter] duidelijk gemaakt. De rechtbank is zich ervan bewust dat [naam dochter] veel medische beperkingen ondervindt in het dagelijkse leven. Maar de rechtbank kan alleen toetsen of verweerder aan de hand van het beoordelingsdocument de aanvraag van eiser voor dubbele kinderbijslag mocht afwijzen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat [naam dochter] niet aan de voorwaarden voldoet voor dubbele kinderbijslag.
31. Het beroep van eiser is daarom ongegrond. Dit betekent dat hij geen gelijk krijgt. Omdat eiser in beroep geen gelijk krijgt, worden de door hem gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.