ECLI:NL:RBAMS:2024:6524
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van een karakteristieke bovenwoning in Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een karakteristieke historische bovenwoning in Amsterdam, beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De WOZ-waarde is vastgesteld op € 596.000,-, terwijl eiser een lagere waarde van € 480.000,- voorstelt, gebaseerd op de aankoopprijs van de woning in december 2022 en taxaties door ING en een makelaar. De heffingsambtenaar betwist deze waarde en stelt dat de aankoopprijs niet representatief is voor de waarde in het economische verkeer, omdat de woning in verhuurde staat is verkocht en niet openbaar is aangeboden.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen. Eiser heeft aangevoerd dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de ligging van de woning boven een nachtcafé en dat het bouwjaar onjuist is vermeld in het taxatierapport. De rechtbank concludeert echter dat de heffingsambtenaar voldoende vergelijkingsobjecten heeft aangedragen en dat de verschillen tussen de woning van eiser en de vergelijkingsobjecten adequaat zijn meegenomen in de waardebepaling. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak is gedaan door mr. J.W. Vriethoff op 24 oktober 2024, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.