In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 november 2024 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Ukje B.V. en Practical B.V. Ukje, een onderneming die (beschermings)hoezen voor kinderstoeltjes verkoopt, heeft Practical ingeschakeld voor het verzorgen van de btw-aangifte in Duitsland. Ukje vordert schadevergoeding van Practical omdat deze niet tijdig de btw-aangifte heeft ingediend, wat heeft geleid tot boetes en een tijdelijke sluiting van haar Duitse webshop-account. De rechtbank oordeelt dat Practical niet heeft gehandeld als een goed opdrachtnemer, aangezien zij niet tijdig de aangiftes heeft gedaan, wat resulteerde in schade voor Ukje. De rechtbank stelt vast dat Ukje voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er schade is geleden, maar dat de exacte omvang van deze schade nog niet kan worden vastgesteld. Ukje krijgt de gelegenheid om de schade nader te onderbouwen, waarna Practical kan reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de nadere onderbouwing van de schade is ontvangen.