ECLI:NL:RBAMS:2024:6782

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
AMS 24/498
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vaststelling WOZ-waarde woning door heffingsambtenaar gemeente Amsterdam

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de vaststelling van de WOZ-waarde van haar woning door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De heffingsambtenaar heeft op 25 februari 2023 de WOZ-waarde vastgesteld op € 391.000,- voor het belastingjaar 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar de heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde in de uitspraak op bezwaar van 4 december 2023 gehandhaafd. Eiseres heeft hierop beroep ingesteld, waarop de heffingsambtenaar heeft gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft het beroep op 10 oktober 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de heffingsambtenaar aanwezig waren.

De rechtbank heeft beoordeeld of de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. Eiseres stelde dat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar nieuwe referentieobjecten had gebruikt, waardoor zij niet in staat was om deze te controleren. De heffingsambtenaar betwistte dit en stelde dat het gebruik van nieuwe referentieobjecten is toegestaan. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, omdat eiseres de referentieobjecten in bezwaar had kunnen controleren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de WOZ-waarde in stand blijft en eiseres geen kostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. C.F. de Lemos Benvindo en is openbaar uitgesproken op 8 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/498

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde]),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de vaststelling van de WOZ-waarde [1] van haar woning.
2. Met een gecombineerde aanslag van 25 februari 2023 heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning van eiseres, gelegen aan de [adres] in Amsterdam (de woning), voor het belastingjaar 2023 vastgesteld op € 391.000,-. Met deze waardevaststelling is aan eiseres ook de aanslag in de onroerendezaakbelasting voor het jaar 2023 opgelegd.
3. Eiseres heeft tegen de vaststelling van de WOZ-waarde bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 4 december 2023 (de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
4. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
5. De rechtbank heeft het beroep op 10 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, de heffingsambtenaar in de persoon van mr. H. Oderkerk en [functie] [naam] .

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
7. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Kostenveroordeling vanwege nieuwe referentieobjecten
8. Volgens eiseres moet de heffingsambtenaar worden veroordeeld in de door haar gemaakte kosten, omdat de heffingsambtenaar de waarde van de woning in de uitspraak op bezwaar heeft onderbouwd met nieuwe referentieobjecten. [2] Volgens eiseres heeft zij niet de gelegenheid gehad om de referentieobjecten in de bezwaarfase te controleren. De enige mogelijkheid om de juistheid te controleren, was het starten van een beroepsprocedure.
9. Volgens de heffingsambtenaar is er geen grondslag voor een veroordeling in de proceskosten en is het vaste jurisprudentie dat de WOZ-waarde tijdens elke fase van de procedure met andere referentieobjecten mag worden onderbouwd. Op de zitting heeft de heffingsambtenaar toegelicht dat er in bezwaar een matrix wordt opgemaakt, met dezelfde (als die welke ten grondslag liggen aan de aanslag) dan wel nieuwe referentieobjecten. Deze referentieobjecten, die vervolgens terechtkomen in de uitspraak op bezwaar, worden dus al in bezwaar met de belanghebbende besproken. Van de hoorzitting in bezwaar wordt een verslag opgemaakt. De matrix die in dit geval in de bezwaarfase is besproken, is opgenomen op pagina 4 van de uitspraak op bezwaar.
10. Gelet hierop kan de rechtbank niet meegaan met het betoog van eiseres dat zij de referentieobjecten in bezwaar niet heeft kunnen controleren. Er is daarom op deze grond geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, zoals betoogd.
Ingetrokken beroepsgronden
11. De gronden met betrekking tot de gedateerde keuken, de gedateerde badkamer, het duurzaamheidsniveau, de ligging van de woning en de VvE-reservefondsen blijven buiten beschouwing, omdat deze op de zitting zijn ingetrokken.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en de vastgestelde WOZ-waarde van de woning in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.F. de Lemos Benvindo, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.A. Adriaanse, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Amsterdam waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.De waarde van de woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).
2.Onder verwijzing naar de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 6 december 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5129.