Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 november 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, het college
[derde partij]uit Almere, het [derde partij]
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de omgevingsvergunning voor het oprichten van een gebouw voor dak- en thuislozenopvang. De omgevingsvergunning werd op 28 april 2023 verleend aan een derde partij, waarop eiseres bezwaar maakte. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam handhaafde de vergunning na een beslissing op bezwaar op 19 december 2023. De rechtbank heeft het beroep op 8 oktober 2024 behandeld, waarbij eiseres en de derde partij aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat eiseres procesbelang heeft, omdat de omgevingsvergunning mogelijk invloed heeft op haar bedrijfsvoering. De rechtbank beoordeelt vervolgens de verleende omgevingsvergunning aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. Eiseres betoogt dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan, omdat het project een woonfunctie zou hebben. De rechtbank oordeelt echter dat het verblijf van de cliënten van de derde partij tijdelijk is en niet duurzaam, en dat de vergunning dus in overeenstemming is met het bestemmingsplan.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 13 november 2024.