ECLI:NL:RBAMS:2024:7043
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde woning, indexatie en vaststelling door heffingsambtenaar
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 7 december 2023. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de woning van eiseres, gelegen aan de [adres] [huisnummer] in Amsterdam, vastgesteld op € 513.000,- voor het belastingjaar 2023. Eiseres maakte bezwaar tegen deze vaststelling, maar de heffingsambtenaar handhaafde de WOZ-waarde in zijn uitspraak op bezwaar. Eiseres stelde vervolgens beroep in, waarbij de heffingsambtenaar reageerde met een verweerschrift. Tijdens de zitting op 10 oktober 2024 waren de gemachtigde van eiseres, de heffingsambtenaar en een taxateur aanwezig.
De rechtbank beoordeelt de WOZ-waarde aan de hand van de beroepsgronden van eiseres en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. Eiseres betwist de indexering van de WOZ-waarde en verwijst naar gegevens van de NVM, de Waarderingskamer en Makelaars van Amsterdam. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar niet voldoende onderbouwd heeft waarom zijn indexcijfers afwijken van die van eiseres.
Uiteindelijk stelt de rechtbank de WOZ-waarde schattenderwijs vast op € 500.000,-, omdat geen van beide partijen het gevraagde bewijs heeft geleverd. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de aanslag onroerendezaakbelasting moet worden verminderd. Tevens moet de heffingsambtenaar het griffierecht en de proceskosten aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.F. de Lemos Benvindo en is openbaar uitgesproken op 20 november 2024.