Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Ontvankelijkheid openbaar ministerie
3.De vordering en de grondslag daarvan
4.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 120.515,-. De geldbedragen zijn gestort op de bankrekeningen van anderen. Deze criminele opbrengsten bleven deels bij de aanvragers en zijn deels afgestaan aan onder meer veroordeelde. Uit de omstandigheid dat veroordeelde het Zorginstituut heeft opgelicht, volgt niet zonder meer dat veroordeelde van het gehele bedrag daadwerkelijk voordeel heeft behaald.
5.De betalingsverplichting
Beslissing
[veroordeelde], de verplichting tot betaling aan de Staat van € 20.769,91 (twintigduizend zevenhonderdnegenenzestig euro en eenennegentig eurocent).