ECLI:NL:RBAMS:2024:8512
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- C.M. Mellema
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in echtscheidingsprocedure met Iraanse achtergrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2024 een beschikking gegeven in een voorlopige voorziening met betrekking tot partneralimentatie. De vrouw, die de Iraanse nationaliteit heeft, verzocht de rechtbank om een voorlopige bijdrage in haar levensonderhoud van € 1.500,- netto per maand van de man, die zowel de Iraanse als de Nederlandse nationaliteit bezit. De man verweerde zich tegen dit verzoek en stelde dat de vrouw niet ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er al een echtscheiding was uitgesproken in Iran op 15 juni 2024, waarbij ook een beslissing was genomen over de alimentatie. De rechtbank oordeelde dat de echtscheidingsbeschikking nog niet was ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, waardoor de vrouw ontvankelijk was in haar verzoek om voorlopige alimentatie. De rechtbank concludeerde dat de man in staat was om de verzochte bijdrage te betalen, ondanks zijn verweer dat zijn inkomen niet toereikend was. Uiteindelijk werd de man veroordeeld tot het betalen van € 3.015,- bruto per maand aan de vrouw, met ingang van 29 augustus 2024, en werd de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.