Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert New10 B.V. nakoming van een leningsovereenkomst van 25 januari 2022, waarbij New10 een krediet van maximaal € 250.000,-- heeft verstrekt aan [gedaagde 1]. [gedaagde 2] heeft zich borg gesteld voor € 62.500,--. [gedaagde 1] heeft niet voldaan aan haar betalingsverplichtingen, wat leidde tot een vordering van New10 voor het uitstaande saldo van € 193.961,50 en de borgsom. Na een betalingsregeling en een gedeeltelijke aflossing van € 19.544,52 heeft [gedaagde 1] geen verdere betalingen gedaan. New10 heeft conservatoir beslag laten leggen op onroerende zaken van [gedaagde 2]. De rechtbank heeft de vorderingen van New10 toegewezen, waarbij de hoogte van de vordering is vastgesteld op € 175.864,52, vermeerderd met rente en kosten. De beslagkosten zijn vastgesteld op € 3.022,39 en de proceskosten op € 10.105,17. De rechtbank heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de vorderingen, met uitvoerbaarheid bij voorraad.