In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 november 2024 een zorgmachtiging verleend voor een betrokkene, geboren in 2000 in Jamaica, die lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis, een lichte verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van cannabis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat de betrokkene ernstig nadeel veroorzaakte, waaronder lichamelijk letsel, psychische schade en gevaar voor de algemene veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder een psychiater, die de noodzaak van verplichte zorg onderstreepte. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De machtiging is geldig tot en met 1 mei 2025.