ECLI:NL:RBAMS:2024:8750

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
C/13/759185 FA RK 24-7611
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met schizofrenie en risico op ernstig nadeel

Op 14 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1974, die lijdt aan schizofrenie. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene een aanzienlijk risico op ernstig nadeel vertoonde, zowel voor zichzelf als voor anderen. De rechtbank heeft de medische verklaring van de psychiater en de voorgeschiedenis van betrokkene in overweging genomen. Ondanks de betwisting van de diagnose door betrokkene, oordeelde de rechtbank dat de medische verklaring voldoende onderbouwd was en dat er geen aanleiding was om aan de diagnose te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat de psychische stoornis van betrokkene ernstig nadeel veroorzaakte, waaronder lichamelijk letsel en gevaar voor de veiligheid van anderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid van betrokkene. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect zouden hebben. De zorgmachtiging is verleend tot en met 14 mei 2025, en de rechtbank heeft het verzoek van de advocaat van betrokkene om de zorgmachtiging af te wijzen, afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/13/759185 / FA RK 24-7611
Datum uitspraak: 14 november 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1974 in [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te Inforsa, [adres] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. A.J.J. van der Heiden te Den Helder.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 4 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 november 2024 te Inforsa, [adres] . Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • psychiater, dhr. R. Bloemen;
  • GZ psycholoog, mw. S. Oremus.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofrenie. Betrokkene is het niet eens met de gestelde diagnose maar uit de medische verklaring is de psychiatrische voorgeschiedenis in kaart gebracht en is betrokkene persoonlijk door de psychiater onderzocht. Op basis daarvan is de psychiater tot de in de medische verklaring genoemde diagnose gekomen. Uit wat betrokkene stelt blijkt onvoldoende dat deze medische verklaring voor wat betreft de wijze waarop die tot stand is gekomen of inhoudelijk zodanig ondeugdelijk is, dat de rechtbank niet van die medische verklaring kan uitgaan. De betwisting van betrokkene van de diagnose, geeft de rechtbank mede gezien de eerdere ProJustitia rapportage van 27 oktober 2020 daarom onvoldoende aanleiding om aan de inhoud van de medische verklaring te twijfelen.
3.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
3.4.
In januari 2025 loopt de TBS maatregel af. Betrokkene is nu aangemeld bij forensisch begeleid wonen in zijn eigen woonomgeving. Omdat het goed gaat met betrokkene worden vrijheden ingezet, zo mag hij nu 7 uur met onbegeleid verlof. Zijn vriendin wordt meer betrokken bij de behandeling wat een positief effect heeft. De rechtbank is van oordeel dat deze ingezette positieve lijn moet worden vastgehouden. Een zorgmachtiging kan daarbij helpend zijn om te bewerkstelligen dat betrokkene zijn medicatie blijft gebruiken zodat hij stabiel blijft. Het is wenselijk dat betrokkene eerst enige tijd stabiel functioneert in een nieuwe woonomgeving. Als dit het geval is, zouden er gesprekken kunnen komen omtrent de medicatie. De rechtbank gaat daarom niet mee in afwijzing van de zorgmachtiging, zoals bepleit voor de advocaat. Een zorgmachtiging zal betrokkene het noodzakelijk kader kunnen bieden om zijn leven weer op de rit te krijgen.
3.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
3.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie voor de duur van 6 maanden;
- het verrichten van medische controles voor de duur van 6 maanden;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van 6 maanden;
- het beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van 6 maanden;
  • insluiten voor de duur van 6 maanden, telkens voor maximaal 2 weken per toepassing;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van 6 maanden, telkens voor maximaal 2 weken per toepassing;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen voor de duur van 6 maanden;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen voor de duur van 6 maanden;
- opnemen in een accommodatie voor de duur van 6 maanden.
3.7.
Voor zover de advocaat van betrokkene een beroep heeft gedaan op het wilsbekwame verzet van betrokkene en om die reden bepleit dat het verzoek van de officier van justitie dient te worden afgewezen, overweegt de rechtbank dat, gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, er nog steeds sprake is van een aanzienlijk risico voor ernstig nadeel voor betrokkene zelf en ook voor een ander, waardoor niet toegekomen wordt aan de beoordeling van de wilsbekwaamheid van betrokkene. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan dit verweer van de advocaat. In 2017 is betrokkene meermaals in aanraking geweest met justitie wegens poging tot (zware) mishandeling, het binnendringen van een woning en een misdrijf tegen het leven gericht. Tussen eind 2019 en half 2020 zijn er 73 politieregistraties gemeld waarbij betrokkene psychotisch dan wel agressief gedrag vertoonde.
3.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1974 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 3.6 kunnen worden getroffen;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 mei 2025;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024 door mr. H.P.E. Has, rechter, in aanwezigheid van M.E. Langewisch, griffier en op schrift gesteld op 26 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.