Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1986, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. J. Ang, toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na bewezenverklaring van brandstichting met gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling in 2020 opgelegd en deze is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging vond plaats op 6 december 2022 en werd bekrachtigd door het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2023.
Tijdens de zitting op 11 februari 2025 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. P.C. Menick, en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben bevestigd dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan schizofrenie en dat er sprake is van een stoornis in het gebruik van middelen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen en rapporten die de noodzaak van verlenging van de terbeschikkingstelling onderbouwen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien het recidiverisico en de aanhoudende stoornis van de terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook het belang van de continuïteit van de behandeling en de noodzakelijke structuur benadrukt. De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die momenteel in een gestructureerde omgeving verblijft, en om te voorkomen dat hij terugvalt in middelengebruik en psychotische klachten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.