ECLI:NL:RBAMS:2025:1091

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
13/072869-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een persoon met schizofrenie en middelenstoornis

Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1986, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. J. Ang, toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na bewezenverklaring van brandstichting met gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling in 2020 opgelegd en deze is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging vond plaats op 6 december 2022 en werd bekrachtigd door het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2023.

Tijdens de zitting op 11 februari 2025 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. P.C. Menick, en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben bevestigd dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan schizofrenie en dat er sprake is van een stoornis in het gebruik van middelen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen en rapporten die de noodzaak van verlenging van de terbeschikkingstelling onderbouwen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien het recidiverisico en de aanhoudende stoornis van de terbeschikkinggestelde.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook het belang van de continuïteit van de behandeling en de noodzakelijke structuur benadrukt. De beslissing is genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die momenteel in een gestructureerde omgeving verblijft, en om te voorkomen dat hij terugvalt in middelengebruik en psychotische klachten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/072869-20

Uitspraakdatum: 11 februari 2025
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1986,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum voor [Forenisch Psychiatrisch Centrum] te [plaats] (hierna: [Forenisch Psychiatrisch Centrum] ),
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

De procesgang

Bij vonnis van deze rechtbank van 11 november 2020 is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd na bewezenverklaring van brandstichting met gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander. Dit is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet gemaximeerd tot een periode van vier jaar.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 26 november 2020.
De maatregel is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 6 december 2022 voor de tijd van twee jaar verlengd, welke beslissing door het gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2023 is bekrachtigd, met verbetering van gronden.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie van 1 oktober 2024, na een eerdere pro forma behandeling op 26 november 2024, op de openbare zitting van 11 februari 2025 behandeld. De vordering strekt tot het verlengen van de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar.
De rechtbank heeft op 11 februari 2025 de officier van justitie, mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw, mr. P.C. Menick, advocaat te Amsterdam, die de zaak waarneemt namens haar kantoorgenoot mr. G.E. Menick op zitting gehoord. Daarnaast is de deskundige [deskundige] , verbonden aan [Forenisch Psychiatrisch Centrum] gehoord. Van de zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het proces-verbaal van de terechtzitting van 26 november 2024;
  • het op 2 september 2024 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 29 juli 2024 respectievelijk 12 augustus 2024 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de psychiater E.L.G. Heinsman-Carlier en psycholoog E.J. Muller, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar.

Advies

Het advies van [Forenisch Psychiatrisch Centrum] luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
De diagnose
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van schizofrenie. Bij acute episodes is sprake van auditieve en visuele hallucinaties en paranoïde- en grootheidsideeën. Daarnaast is er een stoornis in het gebruik van middelen en spelen er integratie/acculturatieproblemen. Door de chronische psychotische klachten is betrokkene er niet in geslaagd in enige mate te integreren in de Nederlandse maatschappij. Er is sprake van ernstig sociaal en maatschappelijk disfunctioneren.
De behandeldoelen en het behandelverloop
Er is een doorlopende medicamenteuze behandeling in gang gezet en geoptimaliseerd. Betrokkene is stabiel ingesteld op een combinatie van haldol en amilsulpride, maar heeft soms een ambivalente houding ten opzichte van medicatiegebruik. Er is behandeling ingezet op vergroting van ziektebesef en -inzicht en er is een terugvalpreventieplan opgesteld. De IND heeft het voornemen geuit om het verblijfsrecht van betrokkene in te trekken. Om die reden zal resocialisatie in Somalië plaatsvinden. De besluitvorming door de IND is nog niet afgerond. Zolang hier nog geen duidelijkheid over is, zal de focus liggen op behandeling, waaronder CGT (cognitieve gedragstherapie) ter voorbereiding op verlof. De koers is gericht op repatriëring. De eerstvolgende stap is het aanvragen van begeleid verlof en betrokkene laten oefenen met meer vrijheden.
Risicotaxatie
In de huidige gestructureerde omgeving waarbinnen betrokkene de nodige begeleiding en ondersteuning krijgt en adequaat is ingesteld op medicatie, zijn er geen positieve symptomen van de schizofrenie waargenomen. De afwezigheid daarvan heeft een zeer positieve invloed op de risicofactoren. Bij het wegvallen van de externe beschermende factoren is de verwachting dat de terbeschikkinggestelde snel zal terugvallen in middelengebruik en medicatie zal staken. Dit is in het verleden meermaals gebeurd, wat leidde tot een floride psychotisch toestandsbeeld. Binnen de huidige setting wordt er een laag risico ingeschat op gewelddadig gedrag. Het risico uit zorg wordt ingeschat als matig-hoog. Dit onderstreept het belang van de continuïteit van de maatregel, die de noodzakelijke structuur, toezicht en medicatie garandeert.
Advies
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.
De deskundige heeft dit advies op de zitting bevestigd en nog het volgende toegelicht. Een belangrijke risicofactor is dat als betrokkene nu op straat zou komen te staan, er op verschillende leefgebieden, zoals wonen en financiën, niets is geregeld en hij dat naar verwachting niet zelf kan regelen. Vanwege het voornemen van de IND de verblijfsvergunning in te trekken, is resocialiseren in Nederland niet mogelijk, terwijl repatriëring naar Somalië niet mogelijk is, zolang de IND geen beslissing heeft genomen. Er is inmiddels een machtiging voor begeleid verlof afgegeven.

Advies van de externe gedragsdeskundigen

Uit de adviezen van de externe gedragsdeskundigen die de terbeschikkinggestelde hebben onderzocht, blijkt – zakelijk weergegeven – het volgende.
Beide deskundigen komen tot dezelfde diagnose als de kliniek en een vergelijkbare risicotaxatie. Er zijn geen inhoudelijke discrepanties met de bevindingen van de kliniek. Het innemen van medicatie en abstinentie van middelen worden genoemd als belangrijke factoren in het risicomanagement. Het advies van de deskundigen luidt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.

Standpunten

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering omdat, hoewel de terbeschikkinggestelde het goed doet, het punt nog niet is bereikt dat hij de maatschappij weer in zou moeten. Over één jaar is nog geen voorwaardelijke beëindiging in zicht.
De advocaat heeft verzocht de maatregel met slechts één jaar te verlengen: het gaat goed, maar het is nodig de voortvarendheid in het oog te houden. Dat de afronding van de delictanalyse is gestokt, en daardoor de verlofaanvraag vertraging heeft opgelopen, was aan het personeel te wijten, niet aan betrokkene.

De beoordeling

De rechtbank is – gelet op de adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat de stoornis van de terbeschikkinggestelde nog steeds aanwezig is, net als het recidiverisico. De behandeling zal naar verwachting zeker nog langer duren dan één jaar. De rechtbank ziet geen reden te betwijfelen dat de kliniek met voldoende voortvarendheid te werk zal gaan en ziet ook voldoende perspectief voor de terbeschikkinggestelde met het begeleid verlof dat binnenkort van start zal gaan.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.S. Spoel, voorzitter,
mrs. P.K. Oosterling-van der Maarel en L. Dalhuisen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Meulman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 februari 2025.