Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 25 oktober 2024,
- de akte na getuigenverhoor van de zijde van [eiser] van 4 december 2024.
- de akte na getuigenverhoor van de zijde van [gedaagden] van 15 januari 2025
2.De verdere beoordeling
€ 10.000,- aan [gedaagde 1] heeft gegeven in het bijzijn van [getuige 1] en dat namens hem in totaal € 10.000,- is overgemaakt via de bankrekening van [getuige 1] naar de bankrekening van [gedaagde 2] .
Ze hebben het geld terug over gemaakt naar mij. Dat was denk ik 7000 euro. Die 7000 euro gaf ik aan [eiser] (rb: [eiser] ). Over die 5000 euro die [eiser] van mij heeft ontvangen ben ik getuige dat hij dat aan hen gaf. Dat geld dat naar mijn rekening kwam, gaf ik aan [eiser] . [eiser] gaf het contant aan hen. U zegt dat ik eerst 7000 euro noem en daarna 5000. Er kwam 7000 euro op mijn rekening, maar ik was erbij dat hij 5000 aan hen gaf.”[eiser] verklaart niet over deze bedragen en handelingen.