Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het parket van de procureur des Konings Antwerpen, België. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Ethiopië in 1985, die wordt verdacht van georganiseerde of gewapende diefstal en opzettelijke brandstichting. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 13 februari 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.L.P. Biesmans. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in België beoordeeld en is van oordeel dat de opgeëiste persoon na overlevering in overeenstemming met de fundamentele rechten zal worden behandeld. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de opgeëiste persoon zal worden overgeleverd aan de Belgische autoriteiten voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf van 37 maanden, zoals vermeld in het vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW. De rechtbank heeft de relevante wetsbepalingen, waaronder artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en de OLW, in haar beslissing betrokken.