Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
The High Court in Dublinin Ierland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Thirty-Two Arrest Warrant issued by a Judge of the District Court, Dublin Metropolitan District, on the 10th October 2024.
4.Strafbaarheid
deelneming aan een criminele organisatie (ten aanzien van feit 1);
fraude, met inbegrip van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad zoals bedoeld in de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (ten aanzien van feiten 15 - 32);
witwassen van de opbrengsten van misdrijven (ten aanzien van feiten 2 - 14)
5.De ontvankelijkheid van de officier van justitie en artikel 9 OLW
ne bis in idem-beginsel, nu de gevraagde overlevering evident op hetzelfde feitencomplex ziet als waarvoor de Ierse autoriteiten de overlevering verzoeken. Dit betekent dat de weigeringsgrond van artikel 9, tweede lid, OLW van toepassing is en de overlevering dientengevolge moet worden geweigerd.
ne bis in idem-situatie, zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid, OLW. De in het EAB vermelde feiten vertonen geen overeenkomsten met de bewezenverklaring in de Nederlandse strafzaak en de Ierse autoriteiten beschikken over een ander dossier.
6.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden in Ierland
7.Toestemming voor de verderlevering van de opgeëiste persoon
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek en bepaalt dat de zaak zo snel mogelijk, in ieder geval 14 dagen voor het verstrijken van de nog aan te vangen beslistermijn, opnieuw wordt ingepland.
Deze uitspraak is gedaan door