ECLI:NL:RBAMS:2025:1703

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
C/13/759674 / HA ZA 24-1267
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in civiele procedure over rechtmatig belang bij inzage in bescheiden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft Sanisale.com Franchise B.V. een vordering ingesteld tegen Kwizzzler B.V. en Charlotte B.V. in verband met achterstallige betalingen uit franchiseovereenkomsten. De rechtbank heeft op 5 maart 2025 een tussenuitspraak gedaan in een incident dat door Kwizzzler c.s. was ingediend, waarin zij inzage vorderden in bepaalde bescheiden op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Sanisale heeft verweer gevoerd tegen deze vordering, stellende dat er geen rechtmatig belang was voor Kwizzzler c.s. om de gevraagde bescheiden te verkrijgen, vooral omdat artikel 843a Rv per 1 januari 2025 is vervallen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Kwizzzler c.s. niet voldoende heeft onderbouwd dat zij een direct en concreet belang heeft bij het verkrijgen van de gevraagde bescheiden. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Kwizzzler c.s. afgewezen en hen hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van Sanisale, die zijn begroot op € 792,00. De hoofdzaak zal op 12 maart 2025 opnieuw op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/759674 / HA ZA 24-1267
Vonnis in incident van 5 maart 2025
in de zaak van
SANISALE.COM FRANCHISE B.V.,
te Wormerveer,
eisende partij,
advocaat: mr. S.N. Peijnenburg,
tegen

1.KWIZZZLER B.V.,

te 's-Hertogenbosch,
2.
CHARLOTTE B.V.,
te Tilburg,
3.
[gedaagde 3],
te [woonplaats] ,
4.
[gedaagde 4],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
advocaat: mr. A.D. van Koningsveld, die zich op 26 februari 2025 heeft onttrokken.
Eiseres wordt hierna Sanisale genoemd. Gedaagden worden hierna gezamenlijk Kwizzzler c.s. (vrouwelijk enkelvoud) genoemd en afzonderlijk Kwizzzler, Charlotte, [gedaagde 3] en [gedaagde 4] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 april 2024 met producties,
- de incidentele conclusie van eis van Kwizzzler houdende een beroep op de relatieve onbevoegdheid,
- de conclusie van antwoord in het incident van Sanisale,
- het vonnis in incident van 6 november 2024, waarin de rechtbank Zeeland-West-Brabant zich onbevoegd heeft verklaard,
- de dagvaarding van 12 november 2024 met producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende een incidentele vordering ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van Kwizzzler,
- de conclusie van antwoord in het incident van Sanisale.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
Sanisale vordert, kort samengevat, in de hoofdzaak veroordeling van Kwizzzler tot betaling van achterstallige facturen en verschuldigde koopsommen uit hoofde van franchiseovereenkomsten en een koopovereenkomst. [gedaagde 3] wordt aangesproken op basis van hoofdelijke aansprakelijkheid. [gedaagde 4] wordt aangesproken op basis van bestuurdersaansprakelijkheid.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Kwizzzler c.s. vordert Sanisale te veroordelen tot het verstrekken van een afschrift van de volgende bescheiden:
bescheiden waaruit de huidige vermeende betalingsachterstand blijkt,
bescheiden waaruit blijkt op welke wijze Sanisale de betalingen door Kwizzler c.s. rechtstreeks en door inning via de derdengeldrekening in mindering heeft gebracht op de weekfacturen,
een afschrift van de financiële administratie ten aanzien van Kwizzler c.s. bestaande uit de inkoopfacturen, weekfacturen en betalingen cq inningen via de derdengeldenrekening.
3.2.
Kwizzler legt aan haar vordering ten grondslag dat bovengenoemde bescheiden (hierna: de bescheiden) direct verband houden met de rechtsbetrekking die tussen hen bestaat. Kwizzler heeft een rechtmatig belang bij het verkrijgen van een afschrift van de gevorderde bescheiden, omdat de bescheiden noodzakelijk zijn om zich tegen de vorderingen van Sanisale te verweren. Voor een correcte vergelijking met de eigen boekhouding van Kwizzler is het noodzakelijk dat een actueel overzicht van de vermeende betalingsachterstand aan Kwizzler wordt verstrekt, aldus steeds Kwizzler.
3.3.
Sanisale voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering, met hoofdelijke veroordeling van Kwizzzler c.s. in de kosten van het incident. Volgens Sanisale moet de vordering worden afgewezen, allereerst omdat deze is gegrond op artikel 843a Rv, terwijl dit artikel per 1 januari 2025 is vervallen. Verder is onduidelijk welke bescheiden precies worden gevorderd. Ook volgt uit de overgelegde producties van Sanisale reeds de betalingsachterstand van Kwizzler. De vordering is daarmee onvoldoende concreet en rauwelijks ingesteld. Bovendien verschaft de eigen administratie van Kwizzler c.s. reeds alle relevante informatie, dus het belang bij toewijzing van het gevorderde ontbreekt. Tot slot is er tot op heden niet eerder een vraag gesteld over de nadere onderbouwing van de achterstanden en lijkt met het opwerpen van dit incident sprake te zijn van een poging tot het verkrijgen van uitstel, aldus steeds Sanisale.

4.De beoordeling in het incident

Toetsingskader
4.1.
Door de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht is artikel 843a Rv op 1 januari 2025 vervallen. Op basis van het overgangsrecht bij die wet blijft dit artikel echter van toepassing in een procedure die vóór deze datum is gestart, totdat de procedure bij die instantie is geëindigd. Deze procedure is gestart vóór 1 januari 2025. Dit betekent dat de rechtbank de incidentele vordering van Kwizzler c.s. zal beoordelen aan de hand van artikel 843a Rv.
4.2.
Artikel 843a lid 1 Rv bepaalt dat hij, die daarbij een rechtmatig (direct en concreet) belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
Geen rechtmatig belang
4.3.
Uit de onderbouwing van de incidentele vordering kan niet worden afgeleid dat Kwizzler c.s. een direct en concreet belang heeft bij het verkrijgen van afschriften van de gevraagde bescheiden. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien wat het concrete belang bij het verkrijgen van de bescheiden zou kunnen zijn voor de onderbouwing of ten bewijze van haar – in de hoofdzaak aan te voeren – stellingen. Kwizzler c.s. stelt weliswaar dat de bescheiden noodzakelijk zijn voor een correcte vergelijking met de eigen boekhouding om inzichtelijk te maken op welke wijze de gedane betalingen en inningen in mindering strekken op de facturen van Sanisale, maar heeft onvoldoende onderbouwd waarom haar eigen administratie in dat kader ontoereikend is voor het toetsen van de vorderingen van Sanisale. Ook heeft Sanisale bij dagvaarding overzichten verstrekt van de openstaande facturen. Bij die van stand zaken heeft Kwizzler c.s. met de enkele stelling dat een
actueeloverzicht van de vermeende betalingsachterstand moet worden verstrekt onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij een rechtmatig belang heeft bij inzage in de gevraagde informatie.
Conclusie
4.4.
De incidentele vordering zal, gelet op het voorgaande, worden afgewezen.
De rechtbank zal bepalen dat de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich blijkens het roljournaal bevindt en zal de zaak daarom naar de rolzitting van 12 maart 2025 verwijzen voor beraad omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.
4.5.
Verder zal de rechtbank iedere beslissing aanhouden.
Proceskosten
4.6.
Kwizzler c.s. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Sanisale worden begroot op:
- salaris advocaat
614,00
(1 punt × tarief € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
792,00
4.7.
De veroordeling wordt, als gevorderd, hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Kwizzler c.s. hoofdelijk in de kosten van het incident, aan de zijde van Sanisale tot op heden begroot op € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Kwizzler c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
12 maart 2025voor beraad omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Scheijde, bijgestaan door mr. L.M.F. van Dijck, en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.