Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 september 2024, met producties,
- de conclusie van antwoord, ingekomen op 19 november 2024, met producties,
- het tussenvonnis van 6 december 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- een aanvullende productie van [eiser] , ingekomen op 11 februari 2024.
- [eiser] , voornoemd, bijgestaan door mr. Meijer,
- mr. [naam] , legal counsel bij ABN AMRO,
- mr. Den Hertog, gemachtigde van ABN AMRO.
2.De feiten
“Toetsingscriteria voor coulance bij schade door bankhelpdesk fraude (spoofing)”(hierna: de Coulanceregeling). Bij brief van 8 mei 2024 heeft ABN AMRO aan [eiser] meegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor een coulancevergoeding.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
mr. W.B. Fonville, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025.