Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De gronden van de beslissing
kunnentreden ten belope van de waarde van de door [gedaagde] verrichtte prestatie die [eiser] een [gedaagde] moet betalen. Artikel 6:272 lid 2 BW bepaalt dat als een prestatie niet aan de verbintenis beantwoordt, dat dan die waarde wordt beperkt tot de waarde die het voor de ontvanger heeft gehad (niet de economische maar de subjectieve waarde). In deze procedure is er geen waarde gekoppeld aan de werkzaamheden die door [gedaagde] zijn uitgevoerd. [gedaagde] heeft namelijk niet gesteld dat de prestatie waarde heeft gehad voor [eiser] . De waarde van die werkzaamheden wordt daarom, mede gezien het resultaat, beperkt tot nihil.
135,00(plus de verhoging zoals vermeld onder de beslissing)