ECLI:NL:RBAMS:2025:1977

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
004605-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagster niet-ontvankelijk in klaagschrift tegen inbeslagname op grond van Europees Aanhoudingsbevel

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 maart 2025 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat op 30 januari 2025 was ingediend. De klaagschrift betreft de inbeslagname van mobiele telefoons door de Duitse autoriteiten op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) van 19 november 2024. De klaagschrift is ingediend door een klager, vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M.A.C. de Bruijn. De klager was niet aanwezig tijdens de zitting. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift ongegrond is, omdat de inbeslagname van de telefoons mogelijk van belang kan zijn voor het bewijs in het strafrechtelijk onderzoek tegen de klager. De rechtbank heeft geoordeeld dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn klaagschrift, omdat er geen mogelijkheid bestaat om tegen de inbeslagname op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering beklag te doen. De rechtbank heeft de beslissing op 12 maart 2025 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

RK nummer: 004605-25
Datum beschikking: 12 maart 2025
BESCHIKKING
op het klaagschrift
ex artikel 5.4.10 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvorderingvan:
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres]
woonplaats kiezend op het kantoor van Houben De Bruijn Advocaten (Van Speijkstraat 37 H, 1057 GK in Amsterdam),
klager.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 30 januari 2025 ingediend op de griffie van deze rechtbank.
De rechtbank heeft op 12 maart 2025 het klaagschrift behandeld en de raadsman van klager,
mr. M.A.C. de Bruijn, advocaat in Amsterdam, en de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, in openbare raadkamer gehoord.
Klager is niet verschenen.

2.Feiten en omstandigheden

De Duitse autoriteiten hebben in onderdeel g) van het Europees Aanhoudingsbevel (EAB) van 19 november 2024 verzocht om in beslagneming van de elektronische opslagmedia, in het bijzonder mobiele telefoons, in verband met een strafrechtelijk onderzoek tegen hem ter zake van de verdenking dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het feit zoals omschreven in het EAB.
Op 21 januari 2025 zijn meerdere telefoons in beslag genomen.

3.Inhoud klaagschrift en standpunt klager

Het klaagschrift strekt tot teruggave van de telefoons aan klager.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard, omdat voorstelbaar is dat de telefoons tot het bewijs kunnen dienen.

5.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat klager niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift moet worden verklaard. De inbeslagname van de mobiele telefoons is geschied op grond van het EAB dat de Duitse justitiële autoriteiten op 19 november 2024 tegen klager hebben uitgevaardigd. Hiertegen is geen beklag op grond van artikel 552a Sv mogelijk.
Gelet hierop zal de rechtbank klager niet-ontvankelijk verklaren.

6.Beslissing

De rechtbank verklaart klager
niet-ontvankelijkin zijn klaagschrift.
Deze beslissing is op 12 maart 2025 gegeven en in het openbaar uitgesproken door:
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. Ch.A. van Dijk en E. Biçer, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. E.A. Harland en D. Kloos, griffiers.