Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
procurement manager’ en het e-mailadres van [naam 3] , dat eindigt op ‘ [domeinnaam] ’, is een adres van MRP. Niet ter discussie staat dat de contacten van [naam 3] met MRP en de opdrachten die hij gaf, horen bij het takenpakket van de ‘
procurement manager’ in de bouw (manager inkoop). Deze functiebenaming impliceert dat [naam 3] vertegenwoordigingsbevoegd was. Dat hij die functie niet werkelijk had, zoals de bedrijfsjurist van MRP heeft aangevoerd op de mondelinge behandeling, kon [eiser] niet weten, en voor het vooraf controleren van het handelsregister bestond in dit geval geen aanleiding. Daarbij heeft de directie van MRP [naam 3] contacten met [eiser] laten onderhouden en coördineren in het kader van het project [naam project] . [naam 3] is op 8 december 2023 en 19 januari 2024 bij besprekingen geweest op het kantoor van [eiser] (zie 2.4 en 2.8) en met [naam 4] , van Arcadis, op pad gestuurd voor andere afspraken in het kader van het project [naam project] . Verder heeft het uitblijven van een reactie van de kant van MRP op de e-mailberichten van [eiser] van 21 december 2023 en 19 januari 2024 bijgedragen aan de schijn van volmachtverlening aan [naam 3] .
5.De beslissing
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
apriltot en met
julidan op de rol van