Op 13 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een eindbeschikking gewezen in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij de verdeling van hun beperkte gemeenschap van goederen aan de orde was. De zaak, geregistreerd onder nummer C/13/757693 / FA RK 24-6752, betreft een verzoek van de vrouw om de verdeling van de huwelijksgemeenschap, inclusief de aandelen van de man bij Adidas. De rechtbank had eerder op 11 februari 2025 een tussenbeschikking gegeven waarin werd vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is en waarin verschillende verzoeken van beide partijen werden afgewezen.
In de eindbeschikking heeft de rechtbank de aandelen bij Adidas aan de man toegewezen, maar de vrouw heeft recht op de helft van de waarde van deze aandelen, vastgesteld op € 2.305,-. De man moet daarnaast nog een bedrag van € 1.152,50 aan de vrouw voldoen. De rechtbank heeft de verdeling van de beperkte gemeenschap als volgt vastgesteld: de man krijgt de inboedelgoederen en bankrekeningen op zijn naam, terwijl de vrouw de inboedelgoederen en bankrekeningen op haar naam krijgt, met de verplichting om een bedrag van € 2.317,66 aan de man te voldoen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en partijen hebben het recht om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam. De uitspraak is gedaan door rechter mr. C.M. Mellema en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. A.A. Kuijper.