In deze zaak heeft Bies Groep B.V. een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een geschil over de schending van een concurrentiebeding dat is opgenomen in een koopovereenkomst, gesloten op 31 mei 2021. De koopovereenkomst betrof de overname van aandelen van verschillende vennootschappen die zich bezighouden met de productie en verkoop van precisieonderdelen. Bies Groep stelt dat de verkopers, waaronder [verweerder 8], zich niet aan het concurrentiebeding hebben gehouden door concurrerende activiteiten te ontplooien via STS Noord B.V., een vennootschap die is opgericht na de koopovereenkomst. Bies Groep heeft de betrokkenen aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door deze schending.
De rechtbank heeft de procedure in gang gezet door het verzoekschrift en de bijlagen te bestuderen, evenals de beschikking van 28 november 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2025 hebben de verweerders aanvankelijk aangegeven verweer te willen voeren, maar hebben later geen verweer meer gevoerd tegen het verzoek van Bies Groep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en dat er geen afwijzingsgronden zijn. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe te wijzen. De rechtbank heeft ook bepaald dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam en dat de zaak wordt aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata door te geven. De beschikking is gegeven door mr. S.P. Pompe en is openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.