Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 29 mei 2024 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 augustus 2024 en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen.
2.De feiten
3.Het geschil
i. primair: voor recht te verklaren dat de linker schouderklachten en de PTSS een rechtstreeks gevolg zijn van de aanrijding op 22 april 2016 en dat de daaruit voortvloeiende schade voor 75% vergoed dient te worden;
ii. subsidiair: voor recht te verklaren dat de aanrijding op 22 april 2016 een luxerende factor is geweest voor het ontstaan van de klachten aan de linkerschouder indien aangenomen zou worden dat sprake is geweest van een al bestaande fullthickness-scheur van de supraspinatuspees en te bepalen dat de daaruit volgende schade voor 75% voor periode van 10 jaar is toe te rekenen aan de aanrijding op 22 april 2016;
iii. primair en subsidiair: te verwijzen naar de schadestaat;
v. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
Als wij kijken naar de leidraad, behorende bij de AMA-guides 6e editie, voldoet de huidige casus niet aan deze richtlijnen om de ruptuur (rechtbank: de rotatorcuff-scheur) aan het trauma toe te dichten. De anamnese, dat wil zeggen en (de rechtbank leest: een) traumamechanisme zou passend kunnen zijn, maar lichamelijk onderzoek wordt niet specifiek beschreven en er is teveel vertraging bij het maken van de beeldvorming.
griffierecht: € 688,--
salaris advocaat, tarief II,
------------
€ 1.916,--
5.De beslissing
€ 1.916,--. Als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiser] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;