Op 1 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van 34 kinderpornografische video’s. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 juli 2022 deze video’s in zijn bezit had, aangetroffen op zijn Google Drive-account. Ondanks dat de verdachte ontkende te weten hoe het materiaal op zijn account was gekomen, oordeelde de rechtbank dat er voldoende bewijs was voor het bezit van het strafbare materiaal. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 180 dagen geëist, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen, maar heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure, wat heeft geleid tot een aanpassing van de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden verbonden aan de proeftijd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod op het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers van kindermisbruik.